2
—Beelduitsnede bepalen
Wanneer u het onderwerp in beeld neemt dient u de camera zoals hieronder afge-
beeld vast te houden, met uw elleboog ter ondersteuning licht tegen uw bovenli-
chaam gedrukt. Houd de handgreep in uw rechterhand en omvat de camera of het
objectief met uw linkerhand (A). U kunt de tweede ontspanknop gebruiken wan-
neer u de camera verticaal houdt (B).
A
B
De aanbevolen houding voor het maken van foto's is met uw ene voet een halve
pas voor de andere en uw bovenlichaam in een stabiele positie.
Neem geen foto's waarbij de camera scherpstelt op de zon of een andere sterke lichtbron.
Door fel licht kan het opname-element (CCD) worden aangetast. Ook kan er hierdoor een
lichtwaas op de uiteindelijke foto te zien zijn.
Sluitertijd en camerabeweging
Beweging of trilling van de camera kan tot onscherpe opnamen leiden. Om dat te voorkomen
moet u bij opnamen uit de hand geen sluitertijden gebruiken die langer zijn dan één gedeeld
door de brandpuntsafstand (dus niet langer dan 1/50 bij een 50 mm objectief). Bij langere
sluitertijden wordt aanbevolen een statief te gebruiken.
43