0
—Voor u begint
Zorg voordat u met een nieuwe camera gaat fotograferen dat u de volgende stap-
pen heeft uitgevoerd:
0
.1 Zet de camera aan en controleer de batterijconditie
Wanneer de camera aanstaat (A), wordt de batterijconditie getoond op het
LCD-venster bovenop de camera (B). Controleer de batterijconditie zoals
beschreven bij Stap 1 in "Eerste stappen" (
A
0
.2 Controleer het aantal resterende opnamen
Het aantal foto's dat bij de huidige instellingen op de geheugenkaart kan wor-
den opgeslagen wordt aangegeven.
Wanneer dit getal op nul komt te staan, gaan de Cd (card) indicator in de
zoeker en de
camera knipperen. Om meer opnamen te kunnen maken dient u een aantal
foto's te wissen of een andere geheugenkaart in de camera te plaatsen. U
kunt wellicht ook nog extra opnamen maken door een andere beeldkwaliteit-
sinstelling te kiezen.
34
B
iconen op de LCD-vensters bovenop en achterop de
CARD
blz. 23).