1
—Camera-instellingen
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u een foto neemt in de enkelbeeldstand, bij auto-
matische scherpstelling met enkele servo, matrix-lichtmeting, geprogrammeerde automa-
tische belichting, een gevoeligheidsinstelling (ISO-equivalent) van 200, een beeldkwaliteit-
sinstelling van normaal en automatische witbalans. Hierbij wordt er vanuit gegaan dat u
een type G of D AF-Nikkor lens gebruikt. Deze instellingen produceren in de meeste
situaties het beste resultaat, zonder dat u tussen de opnames door tijd verliest doordat u
de camera-instellingen moet wijzigen. Om deze instellingen te gebruiken dient u de camera-
besturingsknoppen volgens de onderstaande stappen af te stellen. Meer informatie over
de hier beschreven instellingen treft u aan op de hieronder aangegeven bladzijden.
1
.1 Kies een gebruiksstand (
Houd de ontgrendeling van de keuzeschijf ingedrukt
en draai de keuzeschijf op S (enkelbeeld film-
transport). In deze stand neemt de camera telkens
één foto wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
1
.2 Kies een beeldkwaliteit en –formaat (
Hier wordt beschreven hoe u kleurenfoto's neemt bij een beeldkwaliteit van JPEG
Normal, wat de beste compromis is tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit.
A
C
Het Assign FUNC-menu (
Wanneer u Qual selecteert in het Assign FUNC-menu, dan kunt u de beeldkwaliteit afstel-
len door de
toets in combinatie met de instelschijven te gebruiken.
36
PLAYBACK MENU
Delete
Slide Show
Protect
Hide Image
Print Set
Folder Designate
D1H
Display Mode
SHOOTING MENU
Image Quality
NORM
White Bal
A
ISO
200
Assign FUNC
AF Area Mode
File No. Seq.
OFF
Command Lock
OFF
blz. 52-55)
blz. 56-61)
B
Druk op de
menu's op te roepen (A). Ontgrendel
vervolgens de multi-selector en duw hem
omhoog of omlaag tot het opnamemenu
wordt getoond (B). Duw de multi-
selector naar rechts om toegang te krij-
gen tot het opnamemenu (C).
blz. 116)
SHOOTING MENU
Image Quality
NORM
White Bal
A
ISO
200
Assign FUNC
AF Area Mode
File No. Seq.
OFF
Command Lock
OFF
toets om de camera-