1
.7 Kies een scherpstelveld (
Ontgrendel de multi-selector (A) en duw hem omhoog of omlaag, naar links
en naar rechts tot het middelste scherpstelveld is geselecteerd, in de zoeker
en op het LCD-venster bovenop de camera (B). Vergrendel de multi-selector
hierna weer.
A
1
.8 Kies een lichtmeetmethode (
Houd de ontgrendeling van de selectieknop lichtmeetmethode ingedrukt (A-
1) en draai de selectieknop op
verschijnt nu de aanduiding voor matrixmeting (B). Bij matrix-lichtmeting wordt
informatie uit alle gebieden van het beeld gebruikt om de belichting te bepa-
len, wat het beste resultaat voor het totale beeld oplevert.
A
Het Assign FUNC-menu (
Wanneer u AF Area selecteert in het Assign FUNC-menu, kunt u de AF-gebiedstand instel-
len door de
toets in combinatie met de hoofdinstelschijf te gebruiken.
blz. 73)
B
blz. 82-83)
(matrix-lichtmeting; A-2). In de zoeker
B
blz. 116)
41