5.5 Aansluiting van het leidingwerk
Als lawaai via het leidingwerk op het gebouw kan worden overge-
bracht adviseren we om kunststof leidingen te gebruiken.
Alleen voor 4" pompen adviseren we kunststof
N.B.
leidingen.
Wanneer kunststof leidingen worden gebruikt dient de pomp te
worden geborgd met een onbelaste hijsdraad.
Waarschuwing
Zorg dat de kunststof leidingen geschikt zijn voor
de daadwerkelijke vloeistoftemperatuur en de
pompdruk.
Voor het aansluiten van een pomp op een kunststof leiding dient
een flexibele koppeling te worden gebruikt.
6. Elektrische aansluiting
Waarschuwing
Zorg er tijdens de elektrische installatie voor dat
de voedingspanning niet per ongeluk kan worden
ingeschakeld.
Waarschuwing
De elektrische installatie dient door een daartoe
bevoegd persoon te worden uitgevoerd, in over-
eenstemming met de lokale regelgeving.
De voedingspanning, de maximale stroom en cos φ staan ver-
meld op het los bijgeleverde typeplaatje dat dichtbij de plaats van
de opstelling moet worden aangebracht.
De tolerantie in de voedingspanning voor Grundfos MS en MMS
dompelmotoren, gemeten aan de motorklemmen, bedraagt
-10 %/+ 6 % van de nominale spanning gedurende continu bedrijf
(variaties in de voedingspannning en kabelverliezen inbegrepen).
Controleer ook dat de spanning in de voedingslijnen symmetrisch
is, d.w.z. hetzelfde spanningsverschil tussen de afzonderlijke
fasen. Zie paragraaf
11. Controle van motor en
Waarschuwing
De pomp dient geaard te zijn.
De pomp dient te worden aangesloten via een
externe netschakelaar met een contactopening
van ten minste 3 mm voor alle polen.
Als MS motoren met een ingebouwde temperatuurtransmitter
(Tempcon) niet samen met een MP 204 of vergelijkbare Grundfos
motorbeveiliging worden geïnstalleerd, moeten ze worden aange-
sloten op een 0,47 μF condensator die is goedgekeurd voor
fase-fase-werking (IEC 384-14), om te voldoen aan de EG
EMC-richtlijn (2004/108/EC). De condensator moet worden aan-
gesloten op de twee fasen waarop de temperatuurtransmitter is
aangesloten. Zie afb. 9.
Afb. 9 Aansluiting van condensator
kabel, punt 2.
De motoren zijn uitgerust met wikkelingen voor directe inschake-
ling of ster-driehoek inschakeling, en de aanloopstroom bedraagt
vier tot zes maal de nominale stroom van de motor.
De aanlooptijd van de pomp bedraagt slechts ongeveer
0,1 seconde. Directe inschakeling wordt daarom normaal gespro-
ken goedgekeurd door de energieleverancier.
Kleuren van de aders
Ader
Lintkabel
1 = L1
Bruin
2 = L2
Zwart
3 = L3
Grijs
4 = PE
Geel/groen
Enkelvoudige
aders
Zwart
Geel
Rood
Groen
7