Afb. 7 Positie van de vulklep
5.2 Eisen aan de plaatsing
Waarschuwing
Als de pomp moet worden geplaatst op een posi-
tie waar deze toegankelijk is, dan moet ervoor
gezorgd worden dat mensen de koppeling niet
kunnen aanraken. De pomp kan bijvoorbeeld in
een (koel)mantel worden gemonteerd.
Afhankelijk van het motortype kan de motor zowel verticaal als
horizontaal worden geïnstalleerd. Een complete lijst met motorty-
pes die geschikt zijn voor horizontale opstelling wordt getoond in
paragraaf 5.2.1.
Als de pomp horizontaal staat opgesteld mag de persaansluiting
zich nooit onder het horizontale vlak bevinden. Zie afb. 8.
Afb. 8 Eisen aan de plaatsing
Als de pomp horizontaal staat opgesteld, bijv. in een tank,
adviseren we om de pomp in een (koel)mantel te plaatsen.
5.2.1 Motoren die geschikt zijn voor horizontale opstelling
Uitgangsvermogen
50 Hz
Motor
[kW]
MS
Allen
MMS 6000
3,7 - 30
MMS 8000
22 - 92
MMS 10000
75 - 170
MMS 12000
147 - 220
Wanneer Franklin 4" motoren tot en met 2,2 kW meer dan
10 maal per dag worden ingeschakeld, adviseren we om de
motor onder een helling van ten minste 15 ° boven het horizon-
tale vlak te installeren om slijtage aan de opwaarts gerichte schijf
te minimaliseren.
Tijdens bedrijf moet de zuigkoppeling van de
Voorzichtig
pomp altijd compleet ondergedompeld zijn in de
vloeistof.
6
Toegestaan
Niet toegestaan
Uitgangsvermogen
60 Hz
[kW]
Allen
3,7 - 30
22 - 92
75 - 170
-
Waarschuwing
Als de pomp wordt gebruikt voor het verpompen
van warme vloeistoffen (40 tot 60 °C), zorg er dan
voor dat mensen niet in aanraking kunnen komen
met de pomp en de opstelling, bijv. door een
bescherming te installeren.
5.3 Diameter van de pomp/motor
We adviseren om het boorgat te controleren met een binnen-
schuifmaat om na te gaan of er geen obstructies zijn.
5.4 Vloeistoftemperaturen/koeling
De maximale vloeistoftemperatuur en de minimale stroomsnel-
heid langs de motor kunt u aflezen uit onderstaande tabel.
We adviseren om de motor boven de zeef van de put te installe-
ren, zodat een goede motorkoeling wordt gewaarborgd.
In gevallen waar de vermelde stroomsnelheid niet
Voorzichtig
kan worden gehaald dient een koelmantel te wor-
den geïnstalleerd.
Als er kans is op afzetting (van bijvoorbeeld zand) rondom de
motor dient een koelmantel te worden geïnstalleerd om te zorgen
voor de vereiste koeling van de motor.
5.4.1 Maximale vloeistoftemperatuur
Vanwege de rubberen onderdelen in de pomp en de motor mag
de vloeistoftemperatuur niet hoger zijn dan 40 °C (~105 °F).
Zie ook de onderstaande tabel.
De pomp kan bij vloeistoftemperaturen tussen 40 °C en 60 °C
(~105 °F en 140 °F) werken onder de voorwaarde dat alle rubbe-
ren onderdelen eens per drie jaar worden vervangen.
Vloeistof-
Motor
snelheid
langs de
motor
Grundfos
MS 402
0,15 m/s
MS 4000
MS 6000
Grundfos
MS 4000I*
0,15 m/s
MS 6000I*
Grundfos
0,15 m/s
MS6T30
Grundfos
1,0 m/s
MS6T60
0,15 m/s
Grundfos
MMS
0,50 m/s
Franklin
0,08 m/s
4"
Franklin
0,16 m/s
6" en 8"
* Bij een omgevingsdruk van minimaal 1 bar (0,1 MPa).
37 kW MMS 6000, 110 kW MMS 8000 en 170 kW
MMS 10000:
De maximale vloeistoftemperatuur is 5 °C lager
N.B.
dan de waarden in de bovenstaande tabel.
190 kW MMS 10000:
De temperatuur is 10 °C lager.
Installatie
Verticaal
Horizontaal
40 °C
40 °C
(~ 105 °F)
(~ 105 °F)
60 °C
60 °C
(~ 140 °F)
(~ 140 °F)
Koelmantel
Koelmantel
aanbevolen
aanbevolen
30 °C
30 °C
(~ 86 °F)
(~ 86 °F)
60 °C
60 °C
(~ 140 °F)
(~ 140 °F)
25 °C
25 °C
(~ 77 °F)
(~ 77 °F)
30 °C
30 °C
(~ 86 °F)
(~ 86 °F)
30 °C
30 °C
(~85 °F)
(~85 °F)
30 °C
30 °C
(~85 °F)
(~85 °F)