3
1
2
Figuur 4
1. Schakelhendel
2. Maaihoogtehendel
Parkeerrem
De parkeerrem wordt automatisch in werking gesteld als de
schakelhendels in de remstand staan (Fig. 9).
Zet de schakelhendels altijd in de remstand als u de
machine stopt of onbeheerd achterlaat.
Starten en stoppen van de
motor
Motor starten
1. Neem plaats op de bestuurdersstoel en zet de
schakelhendels in de remstand.
2. Schakel de aftakas uit (Fig. 5).
2
Figuur 5
1. Aftakas – Aan
3. Zet de gashendel op Choke voordat u een koude motor
start (Fig. 6).
Opmerking: Als de motor warm of heet is, hoeft u de
choke niet te gebruiken.
3
1
m–6416
3. Armsteunen – Optioneel
voor modellen 74402 en
74403
1
m–4201
2. Aftakas – Uit
14
4. Draai het contactsleuteltje op Start om de startmotor in
werking te stellen. Laat het sleuteltje los zodra de motor
aanslaat.
Belangrijk
Stel de startmotor telkens niet langer dan 10
seconden in werking. Als de motor niet wil starten, moet u na
elke poging de motor 60 seconden laten afkoelen. Indien u
deze instructies niet opvolgt, kan de startmotor doorbranden.
5. Zodra de motor start, zet u de gashendel op Snel (Fig. 6).
Als de motor afslaat of hapert, moet u de gashendel weer
enkele seconden op Choke zetten. Zet vervolgens de gas-
hendel in de gewenste stand. Herhaal dit indien nodig.
1
Figuur 6
1. Motor
2. Choke
1
Figuur 7
1. Uit
2. Lopen
Motor afzetten
1. Zet de gashendel op Snel (Fig. 6).
2. Schakel de aftakas Uit (Fig. 5).
3. Draai het contactsleuteltje op Uit (Fig. 7).
4. Maak de bougiekabel los van de bougie(s) om te
voorkomen dat iemand per ongeluk de machine start,
alvorens deze te transporteren of te stallen.
5. Sluit de brandstofafsluitklep onder de voorzijde van de
brandstoftank alvorens de machine te transporteren of
op te slaan.
Belangrijk
Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is
gesloten voordat u de machine transporteert of stalt omdat
er benzine kan lekken uit de machine.
2
3
4
m–5126
3. Snel
4. Langzaam
2
3
4
m–4268
3. Starten
4. Ontsteking