Verbinding maken met een printer
Deze instructies bouwen voort op hoofdstuk 7.
De instellingen voor verbinding met een printer zijn nu geconfigureerd.
Voor bedieningen na het instellen van een verbinding raadpleegt u
pagina 111.
86
Selecteer de printer waarmee
1
u verbinding wilt maken.
Wanneer er een lijst met
gedetecteerde printers wordt
weergegeven, selecteert u de
gewenste printer en drukt u op <0>.
Sommige printers kunnen een
pieptoon laten horen.
Wanneer er 16 of meer printers
worden gedetecteerd of het zoeken
meer dan 3 minuten duurt, kunt u
[Zoek opnieuw] selecteren.
Wanneer een verbinding tot stand is
gebracht, wordt er een opname op de
kaart weergegeven.
Selecteer de opnamen die u wilt
2
printen.
Selecteer en druk de opnamen af
vanaf de camera (pag. 112).