Handelingen op de camera-2
De instellingen voor verbinding met EOS Utility zijn nu geconfigureerd.
Voor bedieningen na het instellen van een verbinding raadpleegt
u pagina 107.
Het is niet nodig om de pairing opnieuw uit te voeren als u een
bepaalde camera en computer samen blijft gebruiken na het
pairingproces zonder de instellingen te wijzigen.
Klik op [Connect/Verbinden] op
4
de computer.
Selecteer de camera waarmee u
verbinding wilt maken en klik op
[Connect/Verbinden].
Als er meerdere camera's worden
weergegeven, identificeert u de
camera waarmee u verbinding wilt
maken op basis van het MAC-adres
dat op het LCD-scherm van de
camera wordt weergegeven.
U kunt het MAC-adres ook controleren op
het scherm [Info bekijken] (pag. 142).
Maak verbinding met de camera.
5
Wanneer de camera de computer
detecteert waarop u in stap 4 op
[Connect/Verbinden] hebt geklikt,
wordt het scherm links weergegeven.
Selecteer [OK] en druk op <0>. Het
scherm [DWi-Fi aan] verschijnt.
Als u wilt terugkeren naar het menu,
drukt u op de knop <M>.
Verbinding maken met EOS Utility
83