Opnamen naar een camera versturen
Tijdens de verbinding kan er geen opname worden gemaakt, ook al drukt u de ontspanknop
helemaal in. Als u de verbinding wilt verbreken om opnamen te maken of andere
handelingen uit te voeren, drukt u op de knop <M> en verbreekt u de verbinding vanuit
het weergegeven scherm. Als u de verbinding tijdens de beeldoverdracht wilt verbreken,
selecteert u [Annuleer] op de camera en verbreekt u vervolgens de verbinding.
Wanneer u een groot aantal opnamen of grote bestanden (totale grootte)
verstuurt, dient u te zorgen dat de accu voldoende is opgeladen, zodat
deze niet tijdens het versturen leeg raakt.
Afhankelijk van de werking van de doelcamera worden moviebestanden tijdens de
verzending geconverteerd. De overdracht duurt daarom mogelijk langer dan gewoonlijk.
RAW-opnamen kunnen niet worden verzonden.
U kunt maximaal 50 bestanden tegelijk selecteren.
Wanneer u het beeldformaat wijzigt, wordt het formaat gewijzigd van alle
beelden die tegelijk moeten worden verzonden. Het formaat van movies
en van foto's die kleiner zijn dan b, wordt niet verkleind.
[Gew. f.:S2] wordt alleen ingeschakeld voor foto's die worden gemaakt
met camera's van hetzelfde model als deze camera. Foto's van andere
modellen worden zonder aanpassing van het formaat verzonden.
Als u de beeldoverdracht wilt annuleren, selecteert u tijdens de overdracht
[Annuleer]. Wanneer [Annuleer] wordt geselecteerd op de camera vanwaar
de opnamen worden verzonden, wordt het scherm voor opnameselectie
weer weergegeven. Wordt [Annuleer] geselecteerd op de camera waarop
de opnamen worden ontvangen, dan wordt de verbinding verbroken.
Wanneer er verbinding is, werkt de camerafunctie voor automatisch uitschakelen niet.
106
Selecteer [Verzend.].
5
De geselecteerde opnamen worden
verzonden. Wanneer de overdracht is
voltooid, wordt het scherm van stap 1
weer weergegeven.
Als u daarna nog meer opnamen wilt
verzenden, herhaalt u stap 1 t/m 5.
Verbreek de verbinding.
6
Druk op de knop <M> om het
bevestigingsvenster weer te geven.
Selecteer [OK] en druk vervolgens op
<0> om de verbinding te verbreken.
Het scherm [Wi-Fi-functie] verschijnt
weer.