Beheer van
telefoonverbindingen
Met behulp van deze functie kan een
apparaat met het systeem worden verbonden
of de verbinding worden verbroken, en kan
een koppeling ongedaan worden gemaakt.
Druk op "Instellingen".
Selecteer "Telefoon/Bluetooth " en selecteer
vervolgens de telefoon in de lijst van
gekoppelde apparaten.
Selecteer "Verbinden" of "Verbinding
verbreken", "Apparaat verwijderen" of
"Apparaat toevoegen", "Opslaan onder
favorieten", "Tekstberichten Aan",
"downloaden" in de lijst van opties.
een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Druk kort op deze stuurwieltoets om
het gesprek aan te nemen.
of
Druk op de toets "Aannemen" die op het
scherm wordt weergegeven.
Wanneer u een telefoongesprek voert terwijl
een ander gesprek in de wacht staat, kunt u
overschakelen van het ene naar het andere
gesprek met de toets "Schak. tussen
gesprekken" of kunt u beide gesprekken
samenvoegen in een "conference call" met de
toets "Confer.".
een gesprek beëindigen
Druk op deze stuurwieltoets om een
gesprek te weigeren.
of
Druk op de toets "negeren" die op het scherm
wordt weergegeven.
Audio- en telematicasysteem met touchscreen
Bellen
Gebruik de telefoon liever niet
onder het rijden. Stop op een veilige
plaats of gebruik bij voorkeur de
stuurwieltoetsen.
een nieuw nummer bellen
Druk op " PHOne ".
Druk op de toets Toetsenbord.
Toets het telefoonnummer in op het
toetsenbord en druk vervolgens op de toets
"Bellen" om het nummer te bellen.
een contact bellen
Druk op " PHOne ".
Druk op de toets "Telefoonboek" of
op de toets "Recente oproepen".
Selecteer het contact in de weergegeven lijst
om het desbetreffende nummer te bellen.
10