Brandstof
BRAndSTOF TAnken
Tank nooit als de motor door het
Stop & Start-systeem is afgezet; zet in
dat geval altijd het contact af met de sleutel.
Bij lage temperaturen
In bergachtige en/of koude gebieden wordt
aanbevolen zogenaamde "winter" brandstof
te tanken die speciaal geschikt is voor (zeer)
lage temperaturen.
Te laag brandstofniveau
Als het brandstofniveau e
(Empty) is bereikt, gaat dit
verklikkerlampje branden.
Afhankelijk van de inhoud van
de brandstoftank, de motoruitvoering, de
rijomstandigheden en het profiel van de weg
bevat de tank nog ongeveer 10 of 12 liter
brandstof.
Tank bij de eerstvolgende gelegenheid om
een lege brandstoftank te voorkomen.
De inhoud van de brandstoftank bedraagt
ongeveer 90 liter.
Er zijn ook brandstoftanks leverbaar met een
inhoud van 60 en 120 liter.
BlueHdi en additief AdBlue
De blauwe dop is uitsluitend aanwezig bij de
BlueHDi-dieseluitvoeringen.
Raadpleeg voor meer informatie de rubriek
"Additief AdBlue".
Het tanken dient met afgezette motor te
geschieden.
-
Open de brandstofvulklep.
-
Houd de zwarte dop met één hand vast.
-
Steek met de andere hand de sleutel in
het slot en draai deze linksom.
-
Verwijder de zwarte dop uit de
vulopening en bevestig deze aan de
haak aan de binnenzijde van de vulklep.
Op een label aan de binnenzijde van de
brandstofvulklep staat de voorgeschreven
soort brandstof aangegeven.
Laat het vulpistool bij het aftanken van de
auto nooit meer dan 3 keer automatisch
uitspringen. Indien dit wel gebeurt kunnen er
storingen optreden.
-
Vergrendel na het tanken de zwarte dop
en sluit de vulklep.
Raadpleeg voor de betekenis van de
waarschuwingen op de stickers de
rubriek "Snel weer op weg - Verklaring van
de stickers".