WaarschuWIngslampjes
De aanwezigheid en de werking van de lampjes ZIjn afhankelIjk Van het lanD, het uItrustIngsnIVeau en eVentuele
OptIes Van De autO.
a
1
Instrumentenpaneel A: dit licht op wanneer
het bestuurdersportier wordt geopend. Druk
zo vaak als nodig op de schakelaar 1 of trek
deze zo vaak als nodig omhoog om de inten-
siteit aan te passen.
©
Waarschuwingslampje
nodig voorzichtig direct naar een merk-
dealer te rijden. Als u dit voorschrift ne-
geert, loopt u het risico dat uw auto be-
schadigd wordt.
1.72
(1/3)
Het oplichten van sommige controlelampjes
gaat vergezeld van een boodschap.
controlelampje markeringslicht
k
controlelampje dimlicht
á
controlelampje grootlicht
controlelampje automatisch
grootlicht ➥ 1.96
controlelampje mistachterlicht
c
controlelampje richtingaanwij-
zers links
b
controlelampje richtingaanwij-
zers rechts
Het
®
veiligheid, direct te stoppen
zonder het verkeer in gevaar
te brengen. Stop de motor en start deze
: Het is
niet opnieuw. Roep de hulp in van een
merkdealer.
waarschuwingslampje
dwingt u, voor uw
å
richtingaanwijzerairbag
Het licht op bij het starten van de
motor en dooft na enkele secondes.
Als het niet gaat branden bij het aanzetten
van het contact of als het gaat branden bij
een startende motor, wijst dit op een storing
in het systeem.
Raadpleeg zo spoedig mogelijk een merk-
dealer.
controlelampje parkeerrem of
automatische
parkeerrem
➥ 2.8.
s y s t e e m c o n t r o l e l a m p j e
"AUTOHOLD" ➥ 2.60
Als er geen visueel of geluids-
signaal terug komt, geeft het
een storing van het instrumen-
tenpaneel weer. U moet direct
stoppen zonder het overige verkeer in
gevaar te brengen. Zorg dat de auto in-
derdaad goed gestopt is en neem con-
tact op met een merkdealer.