VOOrstOelen (1/2)
1
Vooruit of achteruit schuiven
van de stoel
Trek de handgreep 1 omhoog om te ont-
grendelen. In de gewenste stand laat u de
handgreep los. Controleer of de stoel ver-
grendeld is.
1.34
2
lendensteun van de
bestuurdersstoel verstellen
(afhankelijk van de auto)
Zet de hendel 2 lager voor een steviger on-
dersteuning en hoger voor een zwakkere.
rugleuning verstellen
Draai de knop 3 tot de gewenste stand.
3
Voer deze verstellingen uitslui-
tend uit als de auto stilstaat.
Voor een optimale werking van
de autogordels moet u de rug-
leuningen niet te veel achterover zetten.
Laat geen voorwerpen op de vloer (voor
de bestuurder) liggen. In geval van plot-
seling remmen zouden deze voorwer-
pen onder de pedalen terecht kunnen
komen, waardoor de bestuurder deze
niet meer goed zou kunnen bedienen.