menu VOOr het persOnalIseren Van De autO-InstellIngen
1
Deze functie zorgt, afhankelijk van de uitrus-
ting van de auto, voor het in-/uitschakelen
en de afstelling van sommige functies van
de auto.
auto's uitgerust met een
multimediascherm.
toegang tot het menu met instellingen
Selecteer op het multimediascherm, met
stilstaande auto en draaiende motor, 1
het menu "Instellingen", dan het tabblad
"Voertuig" en dan het menu "Voertuig con-
figuratie" om naar de diverse instellingen te
gaan.
selectie van de instellingen
Selecteer een tabblad en vervolgens de
functie die moet worden gewijzigd (de weer-
gave hangt af van de uitrusting en het land
van de auto):
a) "Rijden":
– Indicatorvolume.
b) "Toegang":
– Bestuurdersportier ontgrendelen;
– Portieren vergrendelen tijdens het
rijden;
– Openen/sluiten van de handsfree-mo-
dus;
– Afstandsbediening vergrendelen/ont-
grendelen bij naderen;
– Geluid vergrendeling op afstand;
– Modus stil;
– Automatische vergrendeling.
c) "Verl. / wissers":
– Uitschakelvertraging;
– Wissen in zijn achteruit;
– Automatisch wissen voorruit;
– Veeg na een wasbeurt.
(1/3)
d) "Welkom":
– Welkom buitenkant;
– Automatische uitklappen van de spie-
gels;
– Welkom interieur;
– Automatische modus binnenlicht.
Afhankelijk van de functie, selecteer:
– "ON" of "OFF" om in of uit te schakelen;
of
– een periode om de tijd dat de lichten
aan zijn aan te passen (d.w.z. de functie
"Uitschakelvertraging").
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het
multimediasysteem voor meer informatie.
Voer deze verstellingen uitslui-
tend uit als de auto stilstaat.
1.87