ruItenWIsserBlaDen (2/2)
c
ruitenwisserblad achter 5
Met de schakelaar in ruststand (uitgescha-
keld):
– til de ruitenwisserarm 6 op;
– Kantel het achterste ruitenwisserblad 5
(beweging C) tot het loskomt.
– Maak het achterste ruitenwisserblad 5
los door eraan te trekken.
5.22
Bij het monteren
Monteer het ruitenwisserblad in omgekee-
5
rde volgorde van losmaken. Controleer of
het blad goed is vergrendeld.
6
Let op de staat van de ruitenwisserbla-
den. Hun levensduur hangt van u af:
– reinig de bladen en de voorruit regel-
matig met water en zeep;
– gebruik ze niet op een droge voorruit;
– maak ze los van de voorruit als ze
lange tijd niet zijn gebruikt.
– Controleer als het vriest,
voordat u wegrijdt, of de ruiten-
wisserbladen niet aan de ruit
zijn vastgevroren. De wisser-
motor kan hierdoor te warm worden.
– Controleer regelmatig de wisserbla-
den.
Zodra hun werking afneemt, moet u
ze vervangen, ongeveer elk jaar.
Bij het vervangen van het blad, let bij het
verwijderen van het blad op, dat u hem
niet op de ruit laat vallen: u zou de ruit
kunnen breken.
Voordat u het blad van de ach-
terste ruitenwisser vervangt,
moet u nagaan of de schake-
laar in ruststand staat (uitge-
schakeld is).
Verwondingsgevaar.