VersnellIngsschakelaar
tip-keuzehendel
Zet de selecteurhendel 1 een of twee klik-
ken naar voren of naar achteren om de ge-
wenste stand (r, n, D of B) in te schakelen,
laat de hendel los en deze gaat terug naar
een stabiele stand.
De geselecteerde stand verschijnt op het
instrumentenpaneel, samen met het waar-
schuwingslampje 2 vóór de stand.
Als bepaalde omstandigheden het schake-
len in de weg staan, knippert de gewenste
stand op het instrumentenpaneel.
2.6
(2/3)
B
1
rijden in de modus D
Als u bij stilstaande auto de stand D inscha-
kelt, gaat de auto rijden zodra u het rempe-
daal loslaat (zonder het gaspedaal in te trap-
pen).
Druk tijdens het rijden meer of minder op het
gaspedaal naargelang de gewenste snel-
heid.
De laatst ingeschakelde stand (B of D) wordt opgeslagen en is de eerste van de twee stan-
den die toegankelijk is vanaf de huidige stand n of r.
rijden in de modus B
Met deze modus kunt u rijden in een meer
dynamische regeneratieve modus. Bij losla-
ten van het gaspedaal gebruikt de auto rege-
neratief remmen om de auto af te remmen.
Zo genereert de motor meer stroom waar-
mee de tractieaccu wordt opgeladen.
Als u bij stilstaande auto de stand B inscha-
2
kelt, gaat de auto rijden zodra u het rempe-
daal loslaat (zonder het gaspedaal in te trap-
pen).
In de modus B werkt regeneratief remmen
minder als de accu koud of volledig opge-
laden is.
Vanuit de stand D in B of B in D
zetten
Kantel om van een stand naar de andere
te schakelen de hendel een of twee klikken
naar achteren.
De ingeschakelde stand, weergegeven op
het instrumentenpaneel samen met het
waarschuwingslampje 2, bevestigt de stand
van de versnellingsknop.