menu VOOr het persOnalIseren Van De autO-InstellIngen
2
3
6
auto's zonder een
multimediascherm
toegang tot het menu met de
instellingen op het display 2.
Zet de auto stil en druk zo vaak als nodig op
de schakelaar 3 om het tabblad "Voertuig"
weer te geven. Druk achter elkaar op scha-
kelaar 4 of 5 tot u het menu "Instellingen" be-
reikt, en bevestig uw keuze door op te druk-
ken op 6 "OK".
1.88
selectie van de instellingen
Navigeer met behulp van de 4 of 5 om de
functie te selecteren die moet worden ge-
wijzigd en druk op 6 "OK" om te bevestigen
(weergave kan variëren naargelang de uit-
rusting van de auto en het land):
a) "INSTRUM.PANEEL":
– Taal;
– Eenheid;
– Stijl;
4
– Kleur.
b) "AUTO":
– Wissen van de achterruit bij achteruit-
rijden;
5
– Automatische wissen van de voorruit;
– Druppel-wisfunctie voor/achter;
– Welkom buitenkant.
c) "PARKEER ASSIST.":
– Pieptoonvolume.
(2/3)
d) "RIJHULPSYSTEMEN":
– Volume waarschuwingsgeluid bij ver-
laten rijstrook;
– Waarschuwingsgevoeligheid bij verla-
ten rijstrook;
– Waarschuwingstrilling bij verlaten rij-
strook;
– Gevoeligheid rijstrookassistent;
– Dodehoekwaarschuwing;
– Actief remmen;
– Snelheidswaarschuwing.
e) "VERLICHTING":
– Automatische modus binnenlicht;
– Automatische uitschakelvertraging;
– Uitschakelvertraging: XX seconden.
f) "TOEGANG":
– Portieren vergrendelen tijdens het
rijden;
– Openen/sluiten van de handsfree-mo-
dus;
– Alleen bestuurdersportier ontgrende-
len;
– Automatisch opnieuw vergrendelen;
– Stil vergrendelen;
– Automatisch openen/sluiten;
– Automatisch uitklappen van de spie-
gels.
g) "RESETTEN".
=
functie ingeschakeld
<
functie uitgeschakeld