DE HANDMATIGE MODUS GEBRUIKEN
1. Druk op het scherm of een toets op het bedie-
ningspaneel om het bedieningspaneel in te
schakelen.
Zie HET APPARAAT INSCHAKELEN op bladzijde
19. Let op: Het kan even duren voordat het bedie-
ningspaneel klaar is voor gebruik.
2. Kies het hoofdmenu.
Als u het bedieningspaneel aanzet, wordt het
hoofdmenu op het scherm weergegeven, nadat het
bedieningspaneel is opgestart.
Als u in een training bent, drukt u op het scherm en
volgt u de aanwijzingen om de training te beëin-
digen en om terug te keren naar het hoofdmenu.
Als u in de instellingenmenu's bent, drukt u op de
terug-toets (pijl-symbool) en dan op de afsluittoets
(x-symbool) om terug te keren naar het hoofdmenu.
3. Wijzig naar wens de weerstand van de pedalen
en de helling van het onderstel.
Druk op Manual Start (handmatige start) en begin
te fietsen.
U kunt de weerstand van de pedalen wijzigen door
te drukken op een van de genummerde toetsen
Quick Resistance (snelle weerstand) op het bedie-
ningspaneel, door te drukken op de toenametoets
en afnametoets Resistance (weerstand) op het
bedieningspaneel of door te drukken op de toena-
metoets en afnametoets Resist (weerstaand) op
het rechterhandvat.
Druk, om de helling van het onderstel te wijzi-
gen, op een van de genummerde toetsen Quick
Incline/Decline (snelle helling/afdaling) op het
bedieningspaneel, op de toenametoets en afna-
metoets Incline/Decline (helling/afdaling) op het
bedieningspaneel of op de toenametoets en afna-
metoets Incline/Decline (helling/afdaling) op het
linkerhandvat.
Let op: Als u een toets hebt ingedrukt, duurt het
even voordat de pedalen en het onderstel op de
gewenste weerstand en helling zijn.
Let op: Wanneer de trainingsfiets op afdaling of
extreme helling staat, kan het bereik aan weer-
standsniveaus afnemen.
4. Houd uw voortgang bij.
Het bedieningspaneel heeft verschillende weergave-
modi. Welke trainingsinformatie wordt weergegeven,
is afhankelijk van de weergavemodus die u kiest.
Sleep omhoog over het scherm om de weergave-
modus volledig scherm te openen. Sleep omlaag
op het scherm om de trainingsinformatie-displays
te bekijken.
Druk op de verschillende trainingsinformatie-dis-
plays om meer opties te bekijken. Druk op de
meer-toets (symbool +) om statistieken of overzich-
ten te zien. Druk op het midden van het scherm
om nog meer opties voor de weergavemodus te
bekijken.
Druk op de volu-
me-toenametoets en
-afnametoets op het
bedieningspaneel om
het volume te wijzigen.
Druk op het scherm of stop met fietsen om de trai-
ning te pauzeren. Begin weer te fietsen om door te
gaan met uw training.
Als u de training wilt stoppen, tikt u op het scherm
en pauzeert u de training. Druk vervolgens op
End (einde). Er wordt nu een samenvatting van
de training op het scherm weergegeven. Via een
van de opties op het scherm kunt u uw resultaten
publiceren. Druk dan op Finish (voltooien) om terug
te keren naar het hoofdmenu.
5. Draag indien gewenst een compatibele hart-
slagmonitor en meet uw hartslag.
U kunt een compatibele hartslagmonitor dragen
om uw hartslag te meten. Let op: Het bedie-
ningspaneel ondersteunt alle Bluetooth
hartslagmonitoren.
Een compatibele borstkas-hartslagmonitor is
bij sommige modellen meegeleverd. Als een
borstkas-hartslagmonitor is meegeleverd, zie
DE BORSTKAS-HARTSLAGMONITOR in deze
handleiding om te weten te komen hoe u hem moet
gebruiken.
Als er bij dit model geen compatibele hartslagmoni-
tor is meegeleverd, zie bladzijde 28 voor informatie
over hoe u deze kunt bestellen.
Het bedieningspaneel zal automatisch verbinding
maken met uw compatibele hartslagmonitor. Uw
hartslag wordt weergegeven wanneer uw hartslag
wordt gedetecteerd.
21
Smart
®