Lengteverstelling van de zitting (zitafstand) U35-33
De lengteverstelhendel (1) naar opzij drukken en door naar vo-
ren of naar achteren schuiven van de zitting een passende zit-
positie instellen; vervolgens de hendel loslaten.
Waarborgen, dat de zitting is vergrendeld.
STOP
Afstelling van de veervoorspanning (gewicht bestuurder) U35-33
Met de knevel (1) kan de stoel op het gewicht van de bestuur-
der worden ingesteld. Door draaien van de knevel in richting
"+" wordt de veerspanning verhoogd (voor een zware bestuur-
der); door draaien van de knevel in richting "-" wordt de veer-
spanning verlaagd (voor een lichte bestuurder). De stoel zo af-
stellen, dat een goed veringscomfort wordt bereikt.
Afstelling van de rugleuning U35-33
Door draaien van de knevel (1) kan de gewenste positie van de
rugleuning worden ingesteld. De rugleuning moet zodanig wor-
den afgesteld, dat de bedieningshendels bij compleet aanlig-
gende rug van de gebruiker veilig kunnen worden bediend.
56
Bedrijf
1
1
1