ALARM INSCHAKELEN
N.B.: Indien de auto met de sleutel
wordt vergrendeld, wordt de
alarminstallatie niet geactiveerd
(auto's met 3,0 l Duractec-VE/-ST of
2,5l Duractec-VE motor en extra
beveiliging).
Het systeem wordt geactiveerd
zodra de auto is vergrendeld en
beschermt uw auto tegen indringers
die trachten de portieren, de
motorkap of het
bagagecompartiment te openen of
de audio-installatie te verwijderen.
Interieursensoren
N.B.: De interieursensoren kunnen
alleen correct functioneren wanneer
alle ruiten en het schuifdak volledig
zijn gesloten. Bovendien mogen de
sensoren niet bedekt worden. Het
systeem moet niet worden
geactiveerd indien zich personen,
dieren of andere bewegende
voorwerpen in de auto bevinden.
N.B.: Activeer de interieursensoren
niet indien een extra
verwarmingssysteem is ingeschakeld
aangezien hierdoor de alarminstallatie
kan afgaan.
De interieursensoren registreren alle
bewegingen in de auto.
De interieursensoren worden tegelijk
met het dubbel
vergrendelingssysteem geactiveerd.
Alarm
Automatische vertraging
van het inschakelen
Maximaal twintig seconden nadat de
alarminstallatie is ingeschakeld kan
de auto nog worden geopend
zonder het alarmsignaal te activeren.
Na die tijd controleert de
alarminstallatie alle portieren, de
motorkap en de achterklep, mits
deze zijn gesloten.
Wanneer een portier, de motorkap
of de achterklep later wordt gesloten,
controleert het systeem dit na 20
seconden.
Alarmsignaal
Het alarmsignaal klinkt 30 seconden
indien een onbevoegd persoon een
portier, het bagagecompartiment of
de motorkap opent of wanneer de
interieursensoren (optie) een
beweging in de auto registreren.
De waarschuwingsknipperlichten
knipperen gedurende vijf minuten.
Als men tracht de motor te starten
of de audio-installatie te
ontvreemden zal het alarmsignaal
opnieuw klinken.
ALARM UITSCHAKELEN
De alarminstallatie kan op elk
gewenst moment - zelfs wanneer
het alarmsignaal klinkt - worden
uitgeschakeld door het
bestuurdersportier met de sleutel of
de afstandsbediening te
ontgrendelen.
46