1. Steek de eerste sleutel in het
contactslot en draai hem in stand
II.
2. Draai de sleutel terug in stand 0
en neem de sleutel uit het
contactslot.
3. Steek de tweede sleutel in het
contactslot en draai hem in stand
II.
4. Draai de tweede sleutel terug in
stand 0 en neem de sleutel uit het
contactslot - de coderingsmodus
is nu geactiveerd.
5. Wanneer nu een ongecodeerde
sleutel in het contactslot wordt
gestoken en binnen twintig
seconden in de stand II wordt
gedraaid, wordt de systeemcode
door de sleutel ingelezen.
6. Neem na de coderingsprocedure
de sleutel uit het contactslot.
Wacht vijf seconden met het
inschakelen van het systeem.
Wanneer het coderen niet geheel
correct is verlopen, knippert de
controlelamp nadat het contact met
de nieuw gecodeerde sleutel is
aangezet en slaat de motor niet aan.
Herhaal de procedure na een pauze
van twintig seconden met aangezet
contact (stand II).
Code wissen
Met twee voor uw auto gecodeerde
sleutels kunt u alle overige
gecodeerde sleutels onbruikbaar
maken, bijvoorbeeld na verlies van
een sleutel:
Motorstartblokkering
Voer elk van de volgende
handelingen binnen vijf
seconden uit.
Voer de eerste vier handelingen uit
zoals is beschreven onder Sleutels
coderen, en ga vervolgens als volgt
te werk:
E66508
Steek de tweede sleutel in het
contactslot en draai hem in stand
II.
Neem de sleutel uit het
contactslot.
Steek de eerste sleutel in het
contactslot, draai hem in stand II
en houd hem in deze stand. De
controlelamp knippert nu vijf
seconden.
Indien het contact gedurende
deze vijf seconden wordt afgezet,
wordt het wissen van de
sleutelcode afgebroken en wordt
de code niet gewist.
Wanneer het wissen van de
sleutels is voltooid, kunnen alle
overige sleutels met uitzondering
van de twee sleutels die nodig zijn
voor het wissen, niet langer
worden gebruikt tenzij ze opnieuw
worden gecodeerd.
44