Inhoudsopgave Inleiding......5 Sloten......36 Over deze handleiding.....5 Vergrendelen en ontgrendelen.......36 Overzicht van symbolen....5 Centrale vergrendeling....41 Onderdelen en accessoires....6 Motorstartblokkering..43 Kort overzicht....7 Werking..........43 Gecodeerde sleutels......43 Veiligheidsuitrusting voor kinderen...18 Immobilisatiesysteem inschakelen........45 Kinderzitjes........18 Immobilisatiesysteem Plaatsing van kinderzitjes....20 uitschakelen.........45 Zitverhogers........21 Kindersloten........24 Alarm......46 Alarm inschakelen......46 Bescherming van Alarm uitschakelen......46 inzittenden....25 Werking..........25...
Pagina 4
Inhoudsopgave Verlichting....56 Verwarmde ruiten en spiegels..91 Extra verwarming......92 Verlichtingsbediening.....56 Elektrisch zonnedak.......92 Voorste mistlampen.......57 Mistachterlichten......58 Stoelen.......96 Koplampen afstellen.......58 De juiste zitpositie innemen...96 Koplamphoogte afstellen....59 Handmatig verstelbare Waarschuwingsknipperlichten..60 stoelen..........96 Richtingaanwijzers......61 Elektrisch verstelbare stoelen..97 Interieurverlichting......61 Hoofdsteunen.........98 Gloeilampen vervangen....62 Achterbank........99 Naderingsverlichting......71 Verwarmde stoelen.......101 Geventileerde stoelen....102 Ruiten en spiegels..72 Elektrisch bedienbare ruiten..72 Gemaksfuncties..103...
Pagina 5
Inhoudsopgave Brandstofkwaliteit......110 Snelheidsregeling (cruise control)..135 Katalysator........110 Tankklep...........111 Werking...........135 Tanken..........111 Gebruik maken van snelheidsregeling (cruise Technische specificatie....111 control)........135 Versnellingsbak/transmissie.117 Transport....137 Handgeschakelde Algemene informatie.....137 versnellingsbak......117 Bagagenetten........137 Automatische transmissie....118 Bagageafdekkingen.....138 Remmen....127 Dakrekken en bagagedragers..139 Werking...........127 Aanhangers trekken..140 Tips voor rijden met ABS....128 Trekken van een aanhanger..140 Parkeerrem........128 Belangrijke controles bij trekken van aanhanger......140...
Pagina 6
Inhoudsopgave Een zekering vervangen....149 Velgen en banden..173 Specificatie-overzicht Een wiel vervangen.......173 zekeringen........149 Verzorging van banden....179 Gebruik van winterbanden..179 Bergen van de auto...153 Gebruiki van sneeuwkettingen..179 Sleeppunten........153 Technische specificatie....180 Transport van de auto....154 Auto op vier wielen slepen...155 Voertuigidentificatie..185 Voertuigidentificatieplaatje...185 Onderhoud....156 Voertuigidentificatienummer Algemene informatie....156 (VIN)..........185...
Door regelmatig onderhoud zorgt u auto en accessoires voorkomen? ervoor dat uw Ford veilig blijft en zijn Antwoorden op dergelijke vragen zijn waarde behoudt. Een netwerk van in dit instructieboekje gemarkeerd meer dan 7 000 Ford Erkende met een gevarendriehoek.
Wij wijzen erop dat niet-originele onderdelen en accessoires niet door Ford zijn onderzocht en goedgekeurd, tenzij expliciet door Ford is aangegeven. Hoewel wij de ontwikkelingen op het gebied van autoproducten nauwlettend volgen, kunnen wij niet instaan voor de geschiktheid van dergelijke producten.
Pagina 13
Kort overzicht Controlelamp olieverversen Controlelamp niet goed gesloten portieren Controlelamp remsysteem Herinneringssysteem veiligheidsgordels Controlelamp motor Controlelamp laag brandstofniveau E70358 Controlelamp WAARSCHUWING richtingaanwijzers Verstel nooit het stuurwiel als de auto in beweging is. Controlelamp airbag Handmatige klimaatregeling Controlelamp Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP).
Pagina 14
Kort overzicht Automatische Interieur snel verwarmen klimaatregeling Zie Automatische klimaatregeling (bladzijde 89). E70451 Snel afkoelen van het interieur E72153 Aanbevolen instelling is AUTO en 22 °C. Automatisch in- /uitschakelde verlichting Zie Verlichtingsbediening (bladzijde 56). E70452 Permanente comfortinstellingen E72162 E70450...
Pagina 15
Kort overzicht Voorruitwissers N.B.: De mistlampen kunnen niet worden ingeschakeld wanneer de lichtschakelaar in de stand AUTO Zie Voorruitwissers (bladzijde 51). staat. Schakel, om de mistlampen in te schakelen de automatische functie uit. Met de lichtschakelaar in de stand AUTO gaat het dimlicht afhankelijk van het omgevingslicht automatisch aan en uit.
Pagina 16
Kort overzicht De regensensor meet continu de treedt deze automatisch in hoeveelheid water op de voorruit en werking wanneer de achteruit zal de snelheid van de wordt ingeschakeld, voorruitwissers automatisch instellen de schakelaar in de stand C, of D (enkele wisbeweging, met intervallen, staat normale of hoge wissnelheid).
Pagina 17
Kort overzicht Ontgrendelen Vergrendelen E72207 Eenmaal indrukken om het centraal vergrendelingssysteem en E72201 alarminstallatie in te schakelen. N.B.: Bij auto's met extra Tweemaal binnen drie seconden beveiligingen wordt de indrukken om de dubbele alarminstallatie uitgeschakeld door vergrendeling en alarminstallatie in te op op de ontgrendeltoets op de schakelen.
Pagina 18
Kort overzicht Automatisch opnieuw - = temperatuur verlagen. vergrendelen Rode lampen warmere instelling. Om te voorkomen dat de wagen per Blauwe lampen = koelere instelling. ongeluk onvergrendeld wordt achtergelaten, worden het centraal Achteruit - Vijf- vergrendelingssysteem en de versnellingsbak alarminstallatie automatisch na 45 seconden na het indrukken van de Zie Handgeschakelde vergrendelingstoets opnieuw...
Pagina 19
Kort overzicht Draai het Ford embleem in de radiateurgrille opzij. Steek de sleutel in het slot op de radiateurgrille. Draai de sleutel eerst linksom 1. Til de motorkap iets op en draai de sleutel volledig rechtsom 2 om de motorkap te openen.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Breng altijd de hoofdsteun van KINDERZITJES de achterbank omhoog wanneer een kinderveiligheidszitje wordt aangebracht of een persoon erop plaatsneemt, schuif daarbij het kinderveiligheidszitje niet van de bank N.B.: Indien de auto betrokken is geweest bij een aanrijding, laat dan het kinderzitje door een deskundige op beschadiging controleren.
Pagina 21
In sommige landen moeten deze door de overheid zijn goedgekeurd Kinderveiligheidszitje (afhankelijk van het land). Een ECE goedgekeurd kinderzitje is bij uw Ford dealer verkrijgbaar. Vraag welk kinderzitje wordt aanbevolen. Zij bieden in combinatie met de aanwezige veiligheidsgordels een optimale bescherming aan kinderen.
X = Zitplaats niet geschikt voor kinderen in deze gewichts-/leeftijdsgroep. U = Zitplaats geschikt voor universele kinderveiligheidszitjes die zijn goedgekeurd voor deze gewichts-/leeftijdsgroep. = Zitplaats geschikt voor universele kinderzitjes, maar Ford adviseert kinderen altijd in een geschikt kinderveiligheidszitje op de achterbank te vervoeren.
150 cm moeten gebruikmaken van een kinderzitje of een zitverhoger. Voor kinderen met een gewicht van 15 tot 25 kg raadt Ford het gebruik van een kinderzitje aan dat een combinatie is van een zitverhoger en een rugleuning in een kinderzitje.
Pagina 24
Veiligheidsuitrusting voor kinderen E72365 E72363 Trek de hendel uit. Druk de De verhoogde zitpositie maakt het mogelijk de veiligheidsgordel correct zitverhoger tegen stevig tegen de over het lichaam te leggen: de rugleuning. schoudergordel moet over het midden van de schouder liggen; de heupgordel moet nauwsluitend over de heupen liggen, niet over de maag.
Pagina 25
Veiligheidsuitrusting voor kinderen N.B.: Controleer voordat u de zitverhoger weer in zijn oorspronkelijke stand terugbrengt, of er geen voorwerpen onder liggen. Ga in omgekeerde volgorde te werk. Zorg ervoor dat het vergrendelmechanisme goed aangrijpt. Vario kinderveiligheidszitje E72368 N.B.: Raadpleeg ook de instructies die bij het kinderveiligheidszitje zijn meegeleverd.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen KINDERSLOTEN E72192 WAARSCHUWING Wanneer het kinderveiligheidsslot in werking is gesteld, kan het portier alleen van buitenaf worden geopend. Draai de sleutel in het achterportier naar de buitenzijde om het veiligheidsslot in werking te stellen. Draai de sleutel naar de binnenzijde om het veiligheidsslot buiten werking te stellen.
Bescherming van inzittenden WERKING Airbags E72324 WAARSCHUWING diverse inzittendensensoren Breng aan de voorzijde van de crashsensoren auto geen enkele wijziging aan, een controlelamp op het omdat dit negatieve gevolgen kan instrumentenpaneel hebben op de werking van de airbag. een elektronisch regel- en diagnosesysteem N.B.: Het opblazen van een airbag gaat gepaard met een luide knal.
Pagina 28
Bescherming van inzittenden WAARSCHUWINGEN WAARSCHUWING Laat reparaties aan de Draag altijd de veiligheidsgordel voorstoelbekleding, de en houd voldoende afstand tot sensoren op de stoelen en tegen het het stuurwiel. Alleen wanneer de dak over aan gedegen getraind veiligheidsgordel op de juiste wijze personeel.
Pagina 29
Bescherming van inzittenden De front-airbags treden in werking bij WAARSCHUWINGEN zware aanrijdingen, hetzij Laat reparaties aan het frontaal of binnen een hoek van stuurwiel, de stuurkolom en het 30 graden van links of van rechts. airbagsysteem over aan gedegen De airbags worden in enkele getrainde monteurs.
Pagina 30
Bescherming van inzittenden Zij-airbags Side curtains E72328 E72329 Opschriften in reliëf op de Een label op de rugleuning duidt aan portierstijlen boven de dat de auto is uitgerust met veiligheidsgordels geven aan dat de zij-airbags. De zij-airbags bevinden auto is uitgerust met side curtains. zich in de zijkant van de rugleuningen De side curtains zijn boven de voor- van de voorstoelen.
Bescherming van inzittenden De veiligheidsgordels moeten De gordelslotspanners worden strak om het lichaam liggen. geactiveerd bij frontale en zijdelingse aanrijdingen na het overschrijden van een drempelwaarde. Bij aanrijdingen Gordelslotspanner van achteren worden de gordelslotspanners niet geactiveerd. De gordelslotspanner aan passagierszijde wordt uitgeschakeld wanneer de stoel aan passagierszijde onbezet is, ook wanneer de slottong van de veiligheidsgordel in het slot is...
Bescherming van inzittenden N.B.: Het herinneringssysteem blijft VEILIGHEIDSGORDELS in de stand-by modus nadat de VASTMAKEN bestuurder zijn/haar veiligheidsgordel heeft omgedaan. Het wordt opnieuw geactiveerd wanneer de bestuurder zijn of haar gordel losmaakt. Herinneringssysteem uitschakelen Om het herinneringssysteem eenmalig uit te schakelen moet de veiligheidsgordel binnen drie seconden nadat het contact is aangezet worden omgegespt en...
Bescherming van inzittenden HOOGTE VAN VEILIGHEIDSGORDELS AFSTELLEN E72332 WAARSCHUWING Om er zeker van kunnen zijn dat de veiligheidsgordel van de middelste zitplaats correct werkt, moet de rugleuning van de E72334 achterbank goed zijn vergrendeld. Druk, om de veiligheidsgordel in hoogte af te stellen, de knop op het Let erop dat elke slottong in het verstelmechanisme in en schuif het correcte gordelslot wordt gestoken.
Bescherming van inzittenden Draag bij een driepunts GEBRUIK VAN veiligheidsgordel nooit alleen de VEILIGHEIDSGORDELS heupgordel en ga nooit op de TIJDENS heupgordel zitten wanneer u alleen de schoudergordel gebruikt. Beide ZWANGERSCHAP zijn extreem gevaarlijk en kan het risico op ernstige verwondingen vergroten.
Sleutels en afstandsbediening ALGEMENE INFORMATIE PROGRAMMEREN VAN OVER RADIOFREQUENTIES AFSTANDSBEDIENING Zie Typegoedkeuring (bladzijde 196). Maximaal kunnen vier afstandsbedieningen (inclusief de bij WAARSCHUWINGEN de auto geleverde De radiofrequentie van de afstandsbedieningen) voor uw auto afstandsbediening kan ook worden geprogrammeerd. worden gebruikt door bijvoorbeeld radioamateurs, medische apparatuur, draadloze hoofdtelefoons,...
Sleutels en afstandsbediening Druk op een willekeurige toets op de nieuwe afstandsbediening. Ter bevestiging klinkt een signaal. Herhaal deze laatste handeling bij alle vier afstandsbedieningen, inclusief de originele. Zet het contact weer aan of wacht tien seconden zonder een andere afstandsbediening te programmeren om de E72190 programmeermodus te...
Pagina 37
Sleutels en afstandsbediening E68726 E68729 Maak door een plat voorwerp Maak de batterij voorzichtig met (bijv. een schroevendraaier) in de een plat voorwerp los. Breng de uitsparing aan de achterzijde te nieuwe batterij tussen de steken de zender voorzichtig los contacten aan met het + van het huis.
Sloten Van binnenuit vergrendelen en VERGRENDELEN EN ontgrendelen ONTGRENDELEN Portieren Van buitenaf vergrendelen en ontgrendelen E72194 Alle portieren kunnen vanuit het interieur met de vergrendelknop A op het bestuudersportier worden vergrendeld en worden ontgrendeld met de portierkruk B. Om het portier E72193 aan passagierszijde en de Alle portieren kunnen met de sleutel...
Pagina 39
Sloten Centrale en dubbele De achterklep kan op de volgende manieren worden geopend: vergrendeling met behulp van de afstandsbediening. met behulp van de schakelaar in de greep op de achterklep. met behulp van de sleutel (vier deurs sedan). Achterklep sluiten E72197 WAARSCHUWING Schakel de dubbele...
Pagina 40
Sloten Rechts stuur E72198 De dubbele vergrendeling is een extra beveiliging om te verhinderen dat de portieren van binnenuit kunnen worden geopend. De dubbele vergrendeling kan alleen in werking worden gesteld wanneer alle E72200 portieren zijn gesloten. Met behulp van de sleutel: draai de sleutel in het bestuurdersportier Wagen ontgrendelen in de stand A.
Pagina 41
Sloten Achterklep ontgrendelen WAARSCHUWING Mocht zich een storing in de elektrische installatie van de auto voordoen, dan kunnen de voorportieren of de achterdeur met behulp van de sleutel afzonderlijk worden ontgrendeld. Het bagagecompartiment (vier deurs sedan) kan ook met de sleutel worden geopend.
Pagina 42
Sloten Rechts stuur Bij uitvoeringen zonder dubbele vergrendeling knipperen de richtingaanwijzers tweemaal om te bevestigen dat het systeem functioneert. Dubbele vergrendeling inschakelen: Links stuur E72206 Centraal vergrendelingssysteem en alarminstallatie inschakelen: E72208 Met behulp van de sleutel: draai Rechts stuur de sleutel in het bestuurdersportier in de stand B.
Sloten E72207 met behulp van de afstandsbediening: druk E72201 tweemaal binnen drie seconden op Houd, om alle ruiten en het schuifdak de vergrendeltoets. te openen, de ontgrendeltoets De richtingaanwijzers knipperen minimaal drie seconden ingedrukt. tweemaal om aan te geven dat alle Door de vergrendel- of portieren en de bagageruimte zijn ontgrendeltoets opnieuw in te...
Pagina 44
Sloten E72207 WAARSCHUWING Sla het sluiten van de ruiten altijd gade. Druk in noodgevallen onmiddellijk op een toets om de beweging te stoppen. Houd, om alle ruiten en het schuifdak te sluiten, de toets minstens twee seconden ingedrukt. Door een willekeurige toets in te drukken wordt het sluiten onderbroken.
Motorstartblokkering WERKING Het immobilisatiesysteem is een beveiligingssysteem tegen diefstal dat voorkomt dat de motor kan worden gestart met een sleutel die niet de juiste code bevat. GECODEERDE SLEUTELS E66505 E66506 Sleutels coderen Uw auto is met gecodeerde sleutels afgeleverd. Maximaal kunnen acht sleutels (inclusief de sleutels die bij de auto WAARSCHUWING werden geleverd) worden...
Pagina 46
Motorstartblokkering 1. Steek de eerste sleutel in het Voer elk van de volgende contactslot en draai hem in stand handelingen binnen vijf seconden uit. 2. Draai de sleutel terug in stand 0 Voer de eerste vier handelingen uit en neem de sleutel uit het zoals is beschreven onder Sleutels contactslot.
Motorstartblokkering Extra sleutels kunnen nu worden Als de motor dan nog niet aanslaat, gecodeerd. is er sprake van een storing in het systeem. Laat het systeem onmiddellijk door een deskundige IMMOBILISATIESYSTEEM controleren. INSCHAKELEN E70359 Vijf seconden nadat het contact is afgezet schakelt het systeem automatisch in.
Alarm Automatische vertraging ALARM INSCHAKELEN van het inschakelen N.B.: Indien de auto met de sleutel Maximaal twintig seconden nadat de wordt vergrendeld, wordt de alarminstallatie is ingeschakeld kan alarminstallatie niet geactiveerd de auto nog worden geopend (auto's met 3,0 l Duractec-VE/-ST of zonder het alarmsignaal te activeren.
Pagina 49
Alarm De alarminstallatie voor de achterklep wordt uitgeschakeld wanneer de bagageruimte wordt ontgrendeld met een sleutel (4-deurs uitvoeringen) of de afstandsbediening (alle modellen). Nadat de bagageruimte is afgesloten, wordt de alarminstallatie weer ingeschakeld. Auto's met 3,0 l Duratec- VE/-ST of 2,5 l Duratec-VE motor N.B.: Wanneer een voorportier met een sleutel wordt ontgrendeld wordt...
Stuurwiel STUURWIEL AFSTELLEN CLAXON E70360 De claxon werkt ook bij afgezet contact. E70358 WAARSCHUWING AUDIOBEDIENING Verstel nooit het stuurwiel als de auto in beweging is. Kies de radio, CD of cassette modus op de audio-installatie. Druk de vergrendelhendel omlaag De volgende functies kunnen met de om de hoogte van het stuurwiel en afstandsbediening worden bediend: de afstand tot de bestuurder ervan...
Pagina 51
Stuurwiel Modus Hoger volume: druk de VOL+ schakelaar in de richting van het stuurwiel. Volume verlagen: trek de VOL schakelaar naar het stuurwiel toe. Zoekfunctie E70363 N.B.: Indien de auto is uitgerust met een spraakgestuurd systeem (voice control) en/of mobiele telefoon kan het radiosysteem niet met de functie MODE worden geregeld.
Stuurwiel SPRAAKSTURING E70363 N.B.: Indien de auto tevens is uitgerust met een mobiele telefoon kan deze functie bij een inkomend of actief telefoongesprek niet worden gebruikt. Druk de toets kort in om het spraakgestuurde systeem in of uit te schakelen. Raadpleeg voor meer informatie de afzonderlijke handleiding.
Ruitenwissers en ruitensproeiers Automatisch wissen VOORRUITWISSERS WAARSCHUWINGEN Let er bij vriezend weer op dat de voorruit geheel ontdooid is voordat u de automatische wisfunctie inschakelt. Schakel de automatische wisfunctie uit wanneer u een autowasserette binnenrijdt. Vervang de ruitenwisserbladen zodra deze strepen water en vuil achterlaten of wanneer ze het water niet meer volledig van de voorruit verwijderen.
Ruitenwissers en ruitensproeiers Wanneer de automatische wisfunctie 6 = Lage gevoeligheid: de wordt ingeschakeld maken de ruitenwissers treden pas bij een ruitenwissers één wisbeweging grotere hoeveelheid water op de ongeacht of de voorruit nat of droog voorruit in werking. is. Daarna, of wanneer het contact wordt aangezet bij ingeschakelde VOORRUITSPROEIERS automatische wisfunctie, maken de...
Ruitenwissers en ruitensproeiers Ruitensproeier Wanneer de koplampen zijn ingeschakeld, stellen de voorruitsproeiers ook de koplampsproeiers in werking. ACHTERRUITWISSERS EN -SPROEIERS Wissen met intervallen E72176 WAARSCHUWING Schakel de ruitensproeiers niet langer dan tien seconden achtereen in; schakel de ruitensproeiers nooit in als het E72175 reservoir leeg is.
Ruitenwissers en ruitensproeiers VOORRUITSPROEIERS WAARSCHUWING AFSTELLEN Schakel de ruitensproeiers niet langer dan tien seconden achtereen in; schakel de ruitensproeiers nooit in als het reservoir leeg is. De koplampsproeiers werken wanneer de buitenverlichting is ingeschakeld en de ruitensproeiers van de voorruit worden bediend. Het systeem wordt van vloeistof voorzien door het reservoir van de E73425...
Ruitenwissers en ruitensproeiers RUITENWISSERBLADEN VERVANGEN E66645 Trek de ruitenwisserarm van de voorruit af en plaats het ruitenwisserblad in een rechte hoek ten opzichte van de arm. Druk de klem in de richting van de pijl en trek het wisserblad los van de arm.
Verlichting Automatisch in- VERLICHTINGSBEDIENING /uitschakelde verlichting Standen van de lichtschakelaar E72162 WAARSCHUWING E72161 De automatische in-/uitschakelende verlichting is Stads- en achterlichten een extra systeem, dat niet is Koplampen bedoeld om de bestuurder te Parkeerlichten ontslaan van zijn verantwoordelijkheid ten aanzien van de buitenverlichting Parkeerlichten van de auto.
Verlichting Wanneer de verlichting automatisch VOORSTE MISTLAMPEN worden uitgeschakeld terwijl het grootlicht was ingeschakeld, wordt het grootlicht weer ingeschakeld wanneer de verlichting automatisch wordt ingeschakeld. Het dimlicht kan worden ingeschakeld door de multifunctionele hendel naar het stuurwiel te trekken. Grootlicht/ dimlicht E72163 N.B.: De mistlampen, voor, kunnen niet worden ingeschakeld wanneer...
Verlichting N.B.: De mistachterlichten kunnen MISTACHTERLICHTEN niet worden ingeschakeld wanneer de lichtschakelaar in de stand AUTO staat. Schakel, om de mistachterlichten in te schakelen, de automatische functie uit. Schakel de buitenverlichting in 1 en trek de schakelaar twee standen uit KOPLAMPEN AFSTELLEN Auto's met Xenon lampen Uitvoeringen met Xenon koplampen...
Verlichting KOPLAMPHOOGTE AFSTELLEN E72165 Zonder hoogteverstelling van de koplamplichtbundels Met hoogteverstelling van de koplamplichtbundels De hoogte van de koplamplichtbundels kan worden aangepast aan de belading van de auto. Draai de regelknop naar beneden om de lichtbundels omlaag te brengen en naar boven om ze omhoog te brengen.
Verlichting Aanbevolen regelknopstanden Belading Regelknopstand Aantal personen Gewicht in Sedan Wagon bagage- Voor- Achterbank zonder met auto- ruimte stoelen automati- matische sche niveaurege- niveaurege- ling ling max. max. Zie Technische specificatie (bladzijde 186). Bij uitvoeringen met een 2,0 l DuraTorq-TDCi of 2,5 l Duratec-VE motor met een automatische transmissie moet de regelknopstand met 0,5 worden verhoogd.
Verlichting RICHTINGAANWIJZERS INTERIEURVERLICHTING E72170 Portiercontact Bij sommige uitvoeringen zal met de schakelaar in de stand B de interieurverlichting na het sluiten van de portieren nog enige tijd blijven E72167 branden. Bij het aanzetten van het Beweeg de contact gaat de verlichting richtingaanwijzerschakelaar kort onmiddellijk uit.
Verlichting Leeslampen Houd gloeilampen nooit bij het glas vast. Monteer uitsluitend gloeilampen die zijn voorzien van een UV-filter. Vervang een defecte gloeilamp altijd door een nieuw exemplaar van hetzelfde type. Controleer na het vervangen van een gloeilamp of deze correct werkt. Koplampen, stadslichten, richtingaanwijzers N.B.: Om één van deze gloeilampen...
Pagina 65
Verlichting Let op de geleidenokken wanneer de lamp in omgekeerde volgorde weer wordt aangebracht. Stadslichten 5 watt lampje met glazen voet E72537 Pak één van de lippen en verwijder de borgpen. Herhaal deze handeling aan de andere zijde. E72539 Trek voorzichtig de koplampunit uit Draai de kap linksom en verwijder de auto en maak de stekker los.
Pagina 66
Verlichting Koplampunit openen Trek de stekker los. Maak de draadklem los en trek de gloeilamp uit het lamphuis. Vervang de gloeilamp. Breng de eerder verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde aan. Koplampen – grootlicht H1, 55 watt halogeen gloeilamp E72540 Trek de stekker los. Maak de klemmen aan de achterzijde van de koplampunit los en verwijder de kap.
Pagina 67
Verlichting Mistlampen (uitvoeringen met sportbumpers) H3, 55 watt halogeen gloeilamp E72543 E72544 Schuif het lamphuis naar beneden en trek het los. Draai de schroef in de rand van de mistlamp los. Werk de rand Houd de lamphouder vast; draai het lamphuis linksom los en van de mistlamp los.
Pagina 68
Verlichting Breng de eerder verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde aan. Achterlichtunits (4- en 5- deurs) Open de achterklep. E72545 Verwijder de schroeven in de rand van de mistlamp. Werk de ring rond het lampglas los en verwijder de sierring van de mistlamp.
Pagina 69
Verlichting Trek de stekker los. E72550 Verwijder vanuit de bagageruimte de E72549 bovenste kap van de achterlichtunit. Richtingaanwijzer 21 watt De kap is met klemmen bevestigd. Rem-/achterlicht 21/4 watt Verwijder de kap. Achterlicht 5 watt Draai de twee vleugelmoeren van de Achteruitrijlamp H1 halogeen achterlichtunit los.
Pagina 70
Verlichting E72555 Maak de stekker los en verwijder de lamphouder. E72552 Druk de nokken in en trek de kap Remlicht 21 watt los. Richtingaanwijzer 21 watt, Trek de gloeilamp los en vervang oranje hem. Achteruitrijlamp 21 watt, Breng de eerder verwijderde halogeen gloeilamp onderdelen in omgekeerde volgorde Mistachterlicht/ achterlicht...
Pagina 71
Verlichting Breng de eerder verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde aan. Interieurverlichting, voorin 10 watt buislamp E72555 Maak de stekker los en verwijder de lamphouder. Druk de nokken in en trek de kap los. Trek de gloeilamp los en vervang hem. Breng de eerder verwijderde onderdelen in omgekeerde volgorde E72557...
Pagina 72
Verlichting E72558 Schakel de interieurverlichting uit (schakelaar in de linker stand). Werk het lamphuis los door een schroevendraaiertje in de uitsparing tegenover de schakelaar te steken. Verwijder de reflector en vervang E72559 de gloeilamp. Werk het glas los. Breng de eerder verwijderde Vervang de gloeilamp.
Verlichting De gloeilampen kunnen worden NADERINGSVERLICHTING vervangen nadat de contactplaat is teruggeklapt. Verlichting handschoenenkastje 5 watt lampje met glazen voet Trek de gloeilamp los en vervang hem. Verlichting beenruimte E72169 5 watt lampje met glazen voet De instapverlichting schakelt Trek de gloeilamp los en vervang automatisch in wanneer de portieren hem.
Ruiten en spiegels ELEKTRISCH BEDIENBARE RUITEN WAARSCHUWING Controleer voordat u de elektrisch bedienbare ruiten bedient, of deze vrij zijn van obstructies en overtuig u ervan dat zich geen kinderen en/of huisdieren in de nabijheid van de ruitopeningen E72185 bevinden. Het nalaten hiervan kan Drukken om te openen ernstig lichamelijk letsel tot gevolg Drukken om te sluiten...
Pagina 75
Ruiten en spiegels Schakelaars van de ruiten Ga, om de antiklemfunctie op te van de achterportieren heffen wanneer er sprake is van blokkeren weerstand, bijv. in de winter, als volg te werk: Sluit de ruiten tweemaal tot aan de weerstand en laat deze terugschuiven.
Ruiten en spiegels BUITENSPIEGELS WAARSCHUWING Alles wat u in deze spiegels Met de hand verstelbare waarneemt, ziet er kleiner uit en spiegels lijkt verder weg te zijn dan in werkelijkheid het geval is. Wees erop attent de afstand tot de objecten die u in de spiegels niet te overschatten.
Ruiten en spiegels Standen waarin de spiegel ELEKTRISCH kan worden gekanteld VERSTELBARE BUITENSPIEGELS E66486 E66485 Rechts Linker spiegel Neer Links Rechter spiegel De buitenspiegels worden verwarmd Elektrisch inklapbare wanneer de achterruitverwarming is spiegels ingeschakeld. E72184 Druk, terwijl de spiegelschakelaar in de centrale stand staat, op de schakelaar.
Ruiten en spiegels BINNENSPIEGEL E70417 Om verblinding door achteropkomend verkeer te voorkomen kan de spiegel met de hendel worden gekanteld. Automatisch dimmende achteruitkijkspiegel E70418 De automatisch dimmende achteruitkijkspiegel dimt automatisch zodra het licht van achteropkomend verkeer op het spiegelglas valt. De functie wordt automatisch uitgeschakeld wanneer de achteruit wordt ingeschakeld.
Instrumenten METERS E70433 Koelvloeistoftemperatuurmeter Toerenteller Snelheidsmeter Brandstofmeter Terugsteltoets dagteller Kilometerteller en dagteller Informatiedisplay Terugsteltoets boordcomputer Wanneer de wijzer in het rode gebied Koelvloeistoftempe- komt, is de motor oververhit. Zet de ratuurmeter motor af en stel, nadat de motor is afgekoeld, de oorzaak van het Bij normale bedrijfstemperatuur probleem vast.
Instrumenten Toerenteller Informatiedisplay Bij auto's met een dieselmotor heeft de toerenteller een bereik van 5 000 omwentelingen per minuut. Brandstofmeter De pijl naast het symbool van de benzinepomp duidt aan, aan welke zijde zich de brandstofvulklep bevindt. Kilometerteller en dagteller E70434 Controlelamp automatische snelheidsregeling...
Pagina 81
Instrumenten Controlelamp remsysteem Airbag WAARSCHUWING Remsysteem Gaat de lamp branden nadat de Niet goed gesloten portier(en) handrem is vrijgezet of na het Motor remmen, laat dan onmiddellijk het remsysteem door een deskundige Stabiliteitsregeling (ESP) controleren. Laadstoom Laag peil ruitensproeiervloeistof Brandt wanneer de Oliedruk handrem is aangetrokken.
Pagina 82
Instrumenten Controlelamp niet goed Bij buitentemperaturen gesloten portieren tussen 4 ºC en 1 ºC, waarschuwt het oranje Brandt wanneer een portier signaal voor mogelijk opvriezen van of de bagageruimte niet het wegdek. Bij 0 ºC en lager goed is gesloten. waarschuwt het rode signaal voor het verhoogde gevaar van gladde Controlelamp motor...
Pagina 83
Instrumenten Controlelamp laag Controlelamp olieverversen brandstofniveau Uitvoeringen met een roetfilter Ga zo spoedig mogelijk (DPF) tanken wanneer deze De controlelamp controlelamp brandt. olieverversen gaan branden en blijft branden wanneer de Controlelamp laag peil olie buiten het normale ruitensproeiervloeistof onderhoudsschema moet worden ververst.
Instrumenten AKOESTISCHE WAARSCHUWINGSSIGNALEN EN -INDICATIES Vorst Er klinkt een waarschuwingssignaal wanneer de buitentemperatuur lager is dan 4°C. Lichten aan Bij ingeschakelde verlichting klinkt bij het openen van het bestuurdersportier een waarschuwingssignaal. Parkeerhulp Wanneer het systeem operationeel is klinkt bij het inschakelen van de achteruit klinkt een kort geluidssignaal.
Infodisplays TRIPCOMPUTER WAARSCHUWING Bedien, omwille van de verkeersveiligheid, de boordcomputer alleen bij stilstaande auto. Druk op deze toets om van functie te veranderen. Telkens wanneer u deze toets indrukt, klinkt een akoestisch signaal. Terugstelknop E70435 Bij aangezet contact zijn de volgende functies beschikbaar: Buitentemperatuur Actieradius...
Pagina 86
Infodisplays Buitentemperatuur Druk op de terugsteltoets om de meter op nul terug te stellen. Momentaan brandstofverbruik E70438 Geeft de buitentemperatuur weer. Bij buitentemperaturen van +4 ºC of lager gaat de waarschuwingslamp E70441 voor vorst branden. Zie Het actuele brandstofverbruik wordt Waarschuwings- en indicatielampen aangegeven bij een rijsnelheid hoger (bladzijde 78).
Klimaatregeling Verwarming WERKING De verwarmingscapaciteit is Buitenlucht afhankelijk van de koelvloeistoftemperatuur en het Houd de luchtinlaten onder de systeem werkt daarom alleen voorruit altijd vrij van sneeuw, effectief bij warme motor. bladeren e.d., opdat het verwarmings- en ventilatiesysteem Airconditioning optimaal kan functioneren. N.B.: De airconditioning werkt alleen Gerecirculeerde lucht bij temperaturen hoger dan +5 ºC, bij...
Klimaatregeling Richt, voor een effectieve koeling van HANDMATIGE het interieur, de gekoelde lucht op KLIMAATREGELING hoofdniveau. Temperatuurregelknop VENTILATIEROOSTERS E70443 Blauw Koud Rood Warm E70416 Aanjager Open Dicht E70444 Druk op de linker toets om het aanjagertoerental te verlagen en daarmee de hoeveelheid lucht. Druk op de rechter toets om het aanjagertoerental te verhogen en daarmee de hoeveelheid lucht.
Pagina 89
Klimaatregeling Luchtverdeelknop Als de toets opnieuw wordt ingedrukt, keert het systeem in de vorige stand terug. Airconditioning in- en uitschakelen E70445 Beenruimte Hoofdniveau Voorruit E70447 Alle combinaties kunnen gelijktijdig Druk, om de koeling in of uit te worden geselecteerd. schakelen op de A/C toets. Bij Voorruit snel ontdooien/ ingeschakelde koeling wordt A/C op ontwasemen...
Pagina 90
Klimaatregeling Temperatuurregelsysteem Permanente in- en uitschakelen comfortinstellingen E70449 E70450 N.B.: Het verdient aanbeveling deze Stel de temperatuur en het stand alleen te kiezen tijdens het aanjagertoerental al naar de gelang rijden met geopende ruiten en/of uw wensen in. Schakel de geopend schuifdak.
Klimaatregeling Snel afkoelen van het AUTOMATISCHE interieur KLIMAATREGELING N.B.: N.B.: De automatische klimaatregeling kan via het touch screen (aanraakscherm) van het navigatiesysteem worden bediend. Zie afzonderlijke handleiding. De temperatuur, de hoeveelheid lucht en de luchtverdeling worden automatisch geregeld en afgesteld afhankelijk van de rij- en E70452 weersomstandigheden.
Pagina 92
Klimaatregeling Aanjager en luchtverdeling Door eenmaal op de AUTO toets te drukken wordt de AUTO modus geactiveerd. Temperatuur instellen E72155 De hoeveelheid lucht en de luchtverdeling kunnen met behulp van de toetsen handmatig worden E72154 ingesteld. De instellingen worden op Blauw Verlaagt de temperatuur het display weergegeven.
Klimaatregeling Druk op de A/C toets om de Druk op OFF of AUTO om het airconditioning in of uit te schakelen. systeem weer in te schakelen. Bij uitgeschakelde airconditioning Wanneer op een andere toets wordt verschijnt ECO op het display. Bij gedrukt, worden bij het inschakelen inschakelde airconditioning verschijnt van het systeem de opgeslagen...
Klimaatregeling Verwarmbare Het systeem werkt alleen bij draaiende motor en ontdooit ook de buitenspiegels voorruitsproeiers. Druk op de De elektrisch bedienbare schakelaar om het systeem in of uit buitenspiegels zijn ook voorzien van te schakelen. Het lampje in de een verwarmingselement. Dit schakelaar geeft de werking aan.
Pagina 95
Klimaatregeling Schuifdak openen en WAARSCHUWING sluiten Controleer voordat u het elektrisch bedienbare schuifdak bedient, of deze vrij is van obstructies en overtuig u ervan dat zich geen kinderen en/of huisdieren in de nabijheid van de schuifdakopening bevinden. Het nalaten hiervan kan ernstig lichamelijk letsel tot gevolg hebben.
Pagina 96
Klimaatregeling Het elektrisch bedienbare schuifdak is voorzien van een antiklemfunctie. Wanneer het schuifdak tijdens het sluiten met een obstakel in aanraking komt, stopt het automatisch en schuift het een stukje terug. Ga, om de antiklemfunctie op te heffen wanneer er sprake is van weerstand, bijv.
Pagina 97
Klimaatregeling Leerprocedure schuifdak Wanneer het schuifdak niet langer meer correct sluit, voer dan deze 'leerprocedure' uit: Kantel de achterzijde van het schuifdak zover mogelijk omhoog. Laat de schakelaar los. Druk de schakelaar opnieuw in en houd deze 30 seconden ingedrukt tot u het schuifdak ziet bewegen.
Stoelen Zorg voor voldoende afstand ten DE JUISTE ZITPOSITIE opzichte van het INNEMEN instrumentenpaneel. De bestuurder dient het stuurwiel met licht gebogen armen in de stand 'tien voor twee' vast te houden. De benen dienen ook licht gebogen te zijn zodat de pedalen tot op de vloer kunnen worden ingedrukt.
Stoelen Trek de hendel omhoog. Beweeg, Wanneer de stoelen volledig naar nadat u de hendel hebt losgelaten, voren worden geschoven kunnen de de stoel heen en weer om te rugleuningen in horizontale stand controleren of de stoel goed is worden gekanteld. vergrendeld.
Stoelen In acht richtingen elektrisch HOOFDSTEUNEN verstelbare stoel Hoofdsteunen, voor E72316 E72318 De hoofdsteunen van de voorstoelen zijn uitgerust van een extra veiligheidsvoorziening. Bij een aanrijding van achteren bewegen zij naar voren, waarbij ze het hoofd van de inzittende opvangen. Hierdoor wordt het risico van een whiplash verkleind.
Stoelen Verwijderen: druk de ontgrendelknop Om de buitenste hoofdsteunen bij in en druk de knop aan de andere de 4/5-deurs uitvoeringen te kunnen zijde, bijvoorbeeld met een verwijderen, moet de rugleuning van schroevendraaier, in. Verwijder de de betreffende zitplaats naar voren hoofdsteun.
Pagina 102
Stoelen Zittingen en rugleuning van 4-deurs achterbank naar voren klappen 5-deurs en Wagon E72321 Trek één of beide ontgrendelknoppen in de bagageruimte uit en klap de E72322 rugleuning van de achterbank naar Trek de knop tussen de zitting en de voren.
Stoelen N.B.: Wanneer de rode markering N.B.: Wanneer het contact wordt op de ontgrendelknop zichtbaar is, afgezet, worden de instellingen van is de zitting niet volledig vergrendeld. de verwarming van de stoelen in het Ontgrendel de zitting en herhaal de geheugen opgeslagen.
Stoelen Druk meerdere keren op de + toets GEVENTILEERDE om de temperatuur te verhogen. STOELEN Wanneer meerdere keren op de - toets wordt gedrukt, neemt de temperatuur af. Het aantal lampjes dat naast de toets brandt geeft het geselecteerde niveau aan. De verwarming wordt in rood, de koeling in blauw aangeduid.
Gemaksfuncties ZONNEKLEPPEN KLOK E70421 Door de knop in te drukken kan de klok gelijk worden gezet. Druk de E70419 knop kort in om de klok minuten De zonnekleppen kunnen aan één vooruit te zetten. Houd de knop zijde uit de klem worden losgehaakt ingedrukt om de klok snel vooruit te en in de richting van de portierruit zetten.
Wanneer de motor niet draait, wordt hierdoor wel de accu ontladen. Gebruik voor het aansluiten van E70424 stroomverbruikers alleen de speciale Verwijder het inzetbakje om de asbak stekkers uit het Ford Accessoires te ledigen. Programma of stekkers voor standaard SAE-aansluitpunten. Asbak, achterin ASBAK...
10 ampère. Wanneer de motor niet draait, wordt hierdoor wel de accu ontladen. Gebruik voor het aansluiten van stroomverbruikers alleen de speciale stekkers uit het Ford Accessoires Programma of stekkers voor standaard SAE-aansluitpunten. BEKERHOUDERS E70420 Drukken om te openen.
De motor starten Contact af. Wanneer de sleutel uit ALGEMENE INFORMATIE het contactslot wordt genomen, treedt het stuurslot in werking zodra Algemene opmerkingen het stuurwiel wordt gedraaid. over het starten Stand I Als de accu losgekoppeld is geweest kan de motor, nadat de accukabels Stuurslot ontgrendeld.
De motor starten Koude/ warme motor EEN BENZINEMOTOR STARTEN WAARSCHUWING Zet, bij temperaturen lager dan Algemene opmerkingen –20 ºC, de contactsleutel over het starten minimaal één seconde in stand II. Hierdoor wordt de maximale brandstofdruk verkregen. Druk het koppelingspedaal volledig in en start de motor zonder het gaspedaal aan te raken.
De motor starten N.B.: De controlelamp van het EEN DIESELMOTOR voorgloeisysteem doet tevens dienst STARTEN als controlelamp voor de motor. Zie Waarschuwings- en indicatielampen Algemene opmerkingen (bladzijde 78). over het starten Draai de sleutel in stand II en controleer of de controlelamp van het voorgloeisysteem brandt.
De motor starten MOTOR UITSCHAKELEN Uitvoeringen met een dieselmotor E72454 Laat het gaspedaal los. Wacht tot de motor stationair draait en zet het contact af. Als de motor bij een hoger toerental wordt afgezet, zal de turbocompressor nog draaien terwijl de oliedruk al tot nul is gedaald.
Brandstof en tanken Uitvoeringen met een VEILIGHEIDS- dieselmotor MAATREGELEN Gebruik uitsluitend dieselolie die WAARSCHUWINGEN voldoet aan de specificatie EN 590 of een equivalent. Voeg geen olie, Om overstromen te voorkomen, benzine of andere vloeistoffen toe. hetgeen gevaar kan opleveren Dieselolie die maximaal 5 % RME voor andere weggebruikers, moet (biodiesel) bevat, is toegestaan.
Brandstof en tanken Parkeren Trek de hendel naast de bestuurdersstoel omhoog. Open de WAARSCHUWING vulklep en draai de tankdop linksom los. Let erop dat u uw auto nooit parkeert of stationair laat Wanneer u de tankdop losdraait is draaien boven brandbare materialen soms een sissend geluid hoorbaar.
Pagina 114
Brandstof en tanken Stadsverkeer Buitenweg Gecombineerd CO2-emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km (mpg) g/km (mpg) (mpg) 1,8 l Duratec-HE 81 kW (110 pk), 11,2 (25,2) 5,6 (50,4) 7,6 (37,2) Stage IV 1,8 l Duratec-HE 92 kW (125 pk), 11,0 (25,7) 5,6 (50,4) 7,6 (37,2)
Pagina 115
Brandstof en tanken Stadsverkeer Buitenweg Gecombineerd CO2-emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km (mpg) g/km (mpg) (mpg) 2,0 l Duratorq-TDCi 85 kW (115 pk), Stage 7,8 (36,2) 4,4 (64,2) 5,6 (50,4) III, 5-versnellingsbak 2,0 l Duratorq-TDCi 85 kW (115 pk), Stage 7,7 (36,7) 4,6 (61,4) 5,8 (48,7)
Pagina 116
Brandstof en tanken Stadsverkeer Buitenweg Gecombineerd CO2-emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km (mpg) g/km (mpg) (mpg) 2,0 l Duratorq-TDCi 96 10,2 (27,7) 5,8 (48,7) 7,4 (38,2) kW (130 pk), automaat 2,2 l 8,2 (34,4) 4,9 (57,6) 6,1 (46,3) Duratorq-TDCi Wagon Brandstofverbruikscijfers...
Pagina 117
Brandstof en tanken Stadsverkeer Buitenweg Gecombineerd CO2-emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km (mpg) g/km (mpg) (mpg) 2,0 l Duratec-HE, 12,7 (22,2) 7,3 (38,7) 9,3 (30,4) Stage III, automaat 2,0 l Duratec-HE, Stage IV, 12,7 (22,2) 7,3 (38,7) 9,2 (30,7) automaat 2.5 l Duratec-HE, handgeschakelde...
Pagina 118
Brandstof en tanken Stadsverkeer Buitenweg Gecombineerd CO2-emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km (mpg) g/km (mpg) (mpg) 2,0 l Duratorq-TDCi 85 kW (115 pk), Stage 8,3 (34,0) 5,0 (56,5) 6,2 (45,6) 6-versnellingsbak 2,0 l Duratorq-TDCi 85 10,2 (27,7) 5,9 (47,9) 7,5 (37,7) kW (115 pk), automaat...
Versnellingsbak/transmissie Achteruitversnelling - 5- HANDGESCHAKELDE versnellingsbak VERSNELLINGSBAK WAARSCHUWINGEN Schakel de achteruit alleen in wanneer de auto volledig tot stilstand is gekomen. Oefen bij het terugschakelen van de vijfde naar de vierde versnelling geen onnodige zijwaartse kracht uit op de schakelhendel aangezien daardoor de tweede versnelling per ongeluk kan worden ingeschakeld.
Versnellingsbak/transmissie Achteruitversnelling - 6- AUTOMATISCHE versnellingsbak TRANSMISSIE E72457 4-traps transmissie 5-traps transmissie (Durashift 5-tronic) E72456 Afhankelijk van de uitvoering is de transmissie in uw auto een 4- of 1. Trek de ring omhoog. 5-traps transmissie. Beide 2. Beweeg de schakelhendel naar transmissies worden elektronisch links en naar voren.
Pagina 121
Versnellingsbak/transmissie Keuzehendelstanden Om de keuzehendel in de stand R en P te plaatsen moet u eerst de ontgrendelknop op de handgreep van de keuzehendel indrukken. Bij de 4-traps transmissies moet dit eveneens wanneer u de keuzehendel in de stand 2 wilt plaatsen (behalve bij het schakelen van stand 1 naar 2).
Pagina 122
Versnellingsbak/transmissie R = Achteruit +/ = Versnellingen 1 5 (5-traps transmissie) WAARSCHUWING Bij handmatig schakelen kunnen de Kies deze stand uitsluitend versnellingen 1, 2, 3, 4 en 5 worden wanneer de auto stilstaat en de gekozen. motor stationair draait. 2 = Tweede versnelling (4-traps transmissie) De transmissie blijft continu in de tweede versnelling.
Pagina 123
Versnellingsbak/transmissie Handmatig schakelen (5-traps Druk om terug te schakelen de transmissie) keuzehendel van de automatische transmissie voorzichtig naar voren (−) of druk op een − toets op de stuurwielspaken. Trek om op te schakelen de keuzehendel voorzichtig naar achteren (+) of druk op een + toets op de stuurwielspaken.
Pagina 124
Versnellingsbak/transmissie Handmatig schakelen (4-traps Overdrive (4-traps transmissie) transmissie) E72463 E72462 De vierde versnelling werkt als een Kies stand 1, zet de handrem vrij en overdrive. Als de transmissie druk het gaspedaal in. Naarmate de regelmatig schakelt tussen de vierde snelheid toeneemt, verplaatst u de en derde versnelling (keuzehendel in keuzehendel in de stand 2 en D.
Pagina 125
Versnellingsbak/transmissie Druk de toets nogmaals in om de Wegrijden in zand, modder of overdrivefunctie weer in te sneeuw schakelen. Bij het starten van de motor wordt de overdrivefunctie automatisch weer ingeschakeld. Als de lamp knippert is er een storing in de automatische transmissie vastgesteld.
Pagina 126
Versnellingsbak/transmissie Voor steile hellingen of inhaalmanoeuvres kan de automatische transmissie extra koppel leveren. Om dit kickdown effect de verkrijgen moet het gaspedaal volledig worden ingedrukt en ingedrukt gehouden terwijl de keuzehendel in de stand D staat. Hetzelfde effect kan in de handmatige modus bij lage of gemiddelde snelheden worden verkregen (alleen 5-traps...
Pagina 127
Versnellingsbak/transmissie Noodvoorziening voor het ontgrendelen van de keuzehendel E72470 N.B.: Wanneer de keuzehendel opnieuw in de stand P wordt geplaatst, moet deze procedure E72469 worden herhaald. Hiermee kunt u de keuzehendel uit de stand P verplaatsen in geval van een ontladen accu of een stroomstoring.
Pagina 128
Versnellingsbak/transmissie Rijmodi (5-traps Modus 'Snel los' transmissie) Wanneer u het gaspedaal snel los laat, bijv. wanneer u een bocht De transmissie past zich aan de neemt, blijft de transmissie in de actuele rijstijl met een optimale gekozen versnelling om een schakelkarakteristiek aan.
Remmen Druk na het verlaten van een WERKING autowasserette of als u door water hebt gereden het rempedaal even Gescheiden remsysteem voorzichtig in om de waterfilm op de remschijven te laten verdampen. WAARSCHUWING Wanneer een remcircuit uitvalt, Noodstopassistent is uw eerste ondervinding dat het rempedaal zachter aanvoelt.
Remmen TIPS VOOR RIJDEN MET PARKEERREM Alle uitvoeringen WAARSCHUWING Hoewel het ABS een zo effectief mogelijke remwerking garandeert, blijft de remweg toch ook afhankelijk van de conditie van het wegdek en de rijomstandigheden. Ook het ABS kan een ongeval niet verhinderen indien de bestuurder onvoldoende afstand tot zijn voorligger bewaart, een bocht met...
Pagina 131
Remmen Druk, om de handrem los te zetten, het rempedaal krachtig in, trek de hefboom iets omhoog, druk de ontgrendelknop in en laat de hefboom zakken.
Stabiliteitsregeling ESP verbetert de tractieregeling door WERKING het doorspinnen van de wielen tijdens het accelereren te reduceren. Elektronisch Stabiliteits Het verbetert de mogelijkheden om Programma (ESP) op gladde of losse oppervlakken te kunnen optrekken. Het systeem zorgt bovendien voor een grotere stabiliteit door de neiging om uit te breken te onderdrukken.
Pagina 133
Stabiliteitsregeling Telkens bij het aanzetten van het contact wordt het systeem automatisch weer ingeschakeld.
Aandrijfregeling (traction control) Wanneer het contact wordt aangezet WERKING (stand II), wordt het systeem automatisch uitgeschakeld en brandt WAARSCHUWING de controlelamp kortstondig ter Hoewel Traction Control een bevestiging dat het systeem is grote mate van veiligheid biedt, ingeschakeld. mag dit nooit een aansporing zijn om Verminder onmiddellijk snelheid als onnodige risico's te nemen.
Niveauregeling WERKING E72517 Wanneer uw auto is voorzien van niveauregeling op de achteras, blijft tijdens het rijden de hoogte van de auto, onafhankelijk van de belading, vrijwel gelijk. Wanneer de auto wordt belast of ontlast corrigeert het systeem automatisch de hoogte tijdens het rijden.
De parkeerhulp is een extra systeem dat niet bedoeld is om N.B.: Wanneer de auto is uitgerust de bestuurder te ontheffen van zijn met een originele vaste Ford trekhaak, moet bij het achteruitrijden plicht om tijdens het achteruitrijden voorzichtig en oplettend te zijn.
Snelheidsregeling (cruise control) WERKING GEBRUIK MAKEN VAN SNELHEIDSREGELING WAARSCHUWING (CRUISE CONTROL) Schakel onder drukke verkeersomstandigheden, op Automatische trajecten met veel bochten en op snelheidsregeling in- en gladde wegen de automatische uitschakelen snelheidsregeling niet in. De automatische snelheidsregeling past automatisch het motorvermogen aan om de in het geheugen opgeslagen snelheid aan te houden.
Pagina 138
Snelheidsregeling (cruise control) Opgeslagen snelheid wijzigen Druk op SET+ om de snelheid te verhogen. Druk op - om snelheid te minderen. De rijsnelheid verandert zonder het gaspedaal in te drukken. De rijsnelheid waarbij de toets werd losgelaten wordt de nieuwe, in het geheugen opgeslagen snelheid.
Transport Rijden met geopende ALGEMENE INFORMATIE achterklep/achterdeuren is gevaarlijk omdat uitlaatgassen in het interieur kunnen worden binnengezogen. BAGAGENETTEN E72508 E72510 E72509 WAARSCHUWINGEN Indien voorwerpen in het interieur moeten worden geplaatst, zet ze dan goed vast, zodat ze niet kunnen gaan schuiven. Bagage en ander voorwerpen moeten zo laag mogelijk en zo ver mogelijk naar voren in de...
Transport Aan de vier bevestigingspunten op Aanbrengen de laadvloer kan een bagagenet Schuif het paneel horizontaal op de worden bevestigd. Hiermee kan zij-steunen terug en duw het tot de worden voorkomen dat voorwerpen aanslagen naar binnen. Bevestig de gaan schuiven. twee koorden weer aan de achterklep.
Dakrails (Wagon) De dakrails zijn zodanig ontworpen dat klemmen (voor fietsen, ski's, enz.) uit het Ford Accessoires Programma E72516 kunnen worden gemonteerd. De lading moet gelijkmatig worden N.B.: Breng nooit dwarsstangen aan verdeeld over de dwarsstangen boven de achterzijde van het en/of dakrails.
Aanhangers trekken TREKKEN VAN EEN BELANGRIJKE AANHANGER CONTROLES BIJ TREKKEN VAN N.B.: De Mondeo ST is niet geschikt AANHANGER voor het rijden met een aanhanger. Het maximum toelaatbaar WAARSCHUWING wagengewicht en het Wanneer aan een van aanhangergewicht geven de bovenstaande voorwaarde niet...
Aanhangers trekken Trekhaakkogel verwijderen Bevestig de veiligheidskabel aan het kabeloog. AFNEEMBARE TREKHAAKKOGEL WAARSCHUWINGEN Verwijder de trekhaakkogel regelmatig zodat het vergrendelingsmechanisme soepel blijft werken. Gebruik voor het verwijderen en aanbrengen van de trekhaakkogel geen gereedschap. Wijzig de trekhaak niet. Demonteer of repareer de trekhaak niet. E72520 Ontgrendel, om verwondingen Koppel de aanhanger af.
Pagina 144
Aanhangers trekken Trekhaakkogel verwijderen E72525 Breng de plug aan. E72521 Verwijder het paneel (afhankelijk van de uitvoering) uit de achterbumper. Pak het paneel aan de onderzijde met beide handen vast en trek het voorzichtig naar beneden toe los. E72527 Breng het paneel vanaf de onderzijde aan en druk het aan tot het aangrijpt.
Pagina 145
Aanhangers trekken E72524 E72523 Breng de kap over het WAARSCHUWINGEN vergrendelmechanisme aan. Het aanbrengen van de afneembare trekhaakkogel Onderhoud moet bijzonder zorgvuldig plaatsvinden aangezien de juiste WAARSCHUWING bevestiging bepalend is voor de Verwijder voordat u uw auto veiligheid van uw auto en de met een hogedrukreiniger aanhanger.
500 km op autosnelwegen. Na de eerste 1 500 km kunt u de snelheid van uw auto geleidelijk opvoeren tot de toegestane waarden voor kruis- en topsnelheid. Wij wensen u vele plezierige en schadevrije kilometers toe met uw nieuwe Ford.
Nooduitrusting Wagon EERSTEHULPSET Een opbergruimte voor de 4- en 5-deurs gevarendriehoek bevindt zich aan de linkerzijde in de bagageruimte. Uitvoeringen met een ruimtebesparend reservewiel Een opbergruimte voor de EHBO doos bevindt zich aan een zijde in de bagageruimte. Uitvoeringen met een normaal reservewiel De EHBO-doos wordt aan de linkerzijde van de bagageruimte...
Staat na een aanrijding De schakelaar bevindt zich in het ONDERBREKINGS- zijpaneel bij het linker voorportier. Als SCHAKELAAR de schakelaar geactiveerd wordt, BRANDSTOFTOEVOER springt de knop op de schakelaar omhoog. Uitvoeringen met een Schakelaar terugstellen Duratec motor WAARSCHUWING Stel de veiligheidsschakelaar niet terug wanneer u brandstof ruikt of ziet weglekken.
Staat na een aanrijding COMPONENTEN VAN VEILIGHEIDSSYSTEEM INSPECTEREN Veiligheidsgordels Veiligheidsgordels die aan spanningen zijn blootgesteld - als gevolg van een aanrijding - moeten worden vervangen en de verankeringspunten moeten door een deskundige worden gecontroleerd.
Zekeringen Extra zekeringenkast PLAATSEN ZEKERINGENHOUDERS WAARSCHUWING Wijzigingen aan de elektrische installatie of het brandstofsysteem kunnen de veiligheid van de auto nadelig beïnvloeden aangezien er hierdoor brandgevaar of schade aan de motor kan ontstaan. Laat alle werkzaamheden aan deze systemen of het vervangen van relais of zekeringen met een hoog vermogen E72534 over aan een deskundige.
Zekeringen De centrale zekeringenkast bevindt Breng, om het handschoenenkastje zich achter het opbergvak onder het weer op zijn plaats te brengen, het instrumentenpaneel. Open, om het handschoenenkastje in de opening opbergvak te verwijderen, het aan en druk het aan tot u het voelt opbergvak en trek het uit het aangrijpen.
Pagina 152
Zekeringen Extra zekeringenkast Zekering Beveiligde circuits 16/18 Conventionele koplampen 7,5 A; Xenon koplampen: 20 A Automatische transmissie: 10 A Extra verwarming (diesel): 20 A; Alarmsignaal accu (ST): 7,5 A Diode elektronische module Diode airconditioning Diode koelventilateur motor Verwarmde Lambdasonde Kleppen motorregeling / snelheidssensor Motormanagement Duratec motoren: 10 A;...
Pagina 153
Zekeringen Mistlampen, voor Elektrisch bedienbare ruiten voorportieren Mistachterlichten Schuifdak Achteruitrijlamp Elektrisch verstelbare stoelen Schakelaar dimlicht of Stoelen met verwarming en ventilatie parkeerlichten Parkeerlichten Verwarmbare stoelen Interieurverlichting Aanjagermotor Koplampsproeiers Airconditioning, aanjagermotor Ruitenwissers, Airconditioning ruitenwisserschakelaar Achterruitwisser Aansteker Achterruitverwarming, schakelaar achterruitverwarming Waarschuwingsknipperlichten Achterruitverwarming Claxon Verwarmbare Centrale vergrendeling...
Pagina 154
Zekeringen Ontsteking, contactslot Brandstofopvoerpomp Extra verwarming of standverwarming, gloeibougies (diesel), relais brandstofopvoerpomp (diesel) Accu gestuurd Koelventilateur Automatische transmissie Elektrische aansluitpunten Positieve accuvoeding Diode...
Bergen van de auto SLEEPPUNTEN WAARSCHUWING Het sleepoog is voorzien van linkse schroefdraad. Breng het sleepoog aan door het linksom te draaien. Zet het sleepoog met de hand vast. Werk met een dun schroevendraaiertje het paneel in de bumper los en breng het sleepoog aan.
Bergen van de auto Verwijder, om het sleepoog aan de achterzijde bij de 4/5-deurs ST-uitvoeringen aan te brengen, het middelste rooster aan de achterzijde. Steek een schroevendraaier of iets dergelijks in het rooster en trek het rooster los. Breng het rooster weer aan wanneer het sleepoog niet meer wordt gebruikt.
Bergen van de auto Sleep nooit een auto in AUTO OP VIER WIELEN achterwaartse richting met de SLEPEN aangedreven wielen op de grond. Wanneer deze richtlijn niet wordt Alle uitvoeringen opgevolgd, kan de automatische transmissie worden beschadigd. WAARSCHUWING Tijdens het slepen moet de Wanneer een auto met een contactsleutel in de stand II automatische transmissie wordt...
Onderhoud Dagelijks controleren ALGEMENE INFORMATIE Werking van alle buitenverlichting WAARSCHUWINGEN en interieurverlichting controleren. Het elektronisch Zorg ervoor dat alle lampglazen ontstekingssysteem werkt met schoon zijn. hoogspanning. Raak de onderdelen Controleer tijdens het van dit systeem nooit bij draaiende bijvullen motor of aangezet contact aan. Voordat werkzaamheden in het Motoroliepeil motorcompartiment worden...
Onderhoud OVERZICHT MOTORRUIMTE Duratec-HE/SCi E73408 Expansiereservoir koelsysteem Reservoir stuurbekrachtiging Motorolievuldop* Reservoir remsysteem en koppeling Luchtfilter Extra zekeringenkast Accu Motoroliepeilstaaf* Reservoir ruitensproeiervloeistof * Voor een gemakkelijke herkenbaarheid zijn alle vuldoppen en de motoroliepeilstaaf met een kleur gemarkeerd.
Pagina 160
Onderhoud Duratec-VE E73409 Expansiereservoir koelsysteem Reservoir stuurbekrachtiging Motorolievuldop* Reservoir remsysteem en koppeling Luchtfilter Extra zekeringenkast Accu Motoroliepeilstaaf* Reservoir ruitensproeiervloeistof * Voor een gemakkelijke herkenbaarheid zijn alle vuldoppen en de motoroliepeilstaaf met een kleur gemarkeerd.
Pagina 161
Onderhoud Duratec-VE/ST V6 E73410 Expansiereservoir koelsysteem Reservoir stuurbekrachtiging Motorolievuldop* Reservoir remsysteem en koppeling Luchtfilter Extra zekeringenkast Accu Motoroliepeilstaaf* Reservoir ruitensproeiervloeistof * Voor een gemakkelijke herkenbaarheid zijn alle vuldoppen en de motoroliepeilstaaf met een kleur gemarkeerd.
Pagina 162
Onderhoud Duratorq-TDDi/-TDCi Turbodiesel E73411 Expansiereservoir koelsysteem Reservoir stuurbekrachtiging Motorolievuldop* Reservoir remsysteem en koppeling Luchtfilter Extra zekeringenkast Accu Motoroliepeilstaaf* Reservoir ruitensproeiervloeistof * Voor een gemakkelijke herkenbaarheid zijn alle vuldoppen en de motoroliepeilstaaf met een kleur gemarkeerd.
De motorkap moet vanaf de CONTROLEREN buitenzijde van de auto worden geopend. WAARSCHUWING Draai het Ford embleem in de Gebruik geen additieven of radiateurgrille opzij. Steek de sleutel in het slot op de radiateurgrille. andere smeermiddelen. Deze zijn niet noodzakelijk en kunnen Draai de sleutel eerst linksom 1.
Pagina 164
MAX-merkteken enkele millimeters overschrijden. Als het peil tot het MIN-merkteken is gedaald, moet onmiddellijk olie worden bijgevuld die aan de Ford E73412 specificatie voldoet. Om het oliepeil van het MIN tot het MAX merkteken Duratec-HE/SCi...
Draai de dop, om hem te sluiten, rechtsom tot hij klikt. Motorolie verversen Gebruik Ford/Motorcraft Formula E SAE 5W-30 motorolie. Als alternatief mag ook motorolie met een viscositeit van SAE 5W-30 die voldoet aan de Ford specificatie WSS-M2C913-B worden gebruikt. E73415...
MIN en het MAX bevriezen biedt tot ongeveer –25 ºC. merkteken bevinden. Aangezien Vul koelvloeistof bij die voldoet aan koelvloeistof bij verwarming uitzet, is de Ford specificatie. het normaal dat het niveau tot boven het MAX merkteken uitstijgt. AUTOMATISCHE WAARSCHUWING...
Onderhoud CONTROLE STUURBEKRACHTI- VLOEISTOFPEIL GINGSVLOEISTOF KOPPELING EN CONTROLEREN REMSYSTEEM E73414 E73416 WAARSCHUWING Bij koude motor moet het Voorkom dat deze vloeistof in vloeistofpeil tot het MAX merkteken contact komt met de huid of de reiken. ogen. Mocht dit toch gebeuren, spoel het betreffende lichaamsdeel Vul de voorgeschreven vloeistof bij dan direct met veel water schoon en...
Door de voorruitverwarming in te schakelen worden zowel de voorruit als de voorruitsproeiers ontdooid. E73422 TECHNISCHE SPECIFICATIE Vloeistoffen Onderdeel Aanbevolen vloeistof Specificatie Stuurbekrachtiging Ford Stuurbekrachtigings- WSS-M2C204-A vloeistof Koelvloeistof Motorcraft SuperPlus WSS-M97B44-D antivries Inhouden Uitvoeringen met een benzinemotor Inhouden Inhoud in liter...
Pagina 169
Onderhoud Inhoud in liter Variant (gallons) 1,8 l Duratec-HE Motorolie - exclusief filter 3,9 liter 1,8 l Duratec-HE Koelsysteem, inclusief verwarming 8,3 liter Ruitensproeiers van voorruit - 1,8 l Duratec-HE 6,6 liter inclusief koplampsproeiers Ruitensproeiers van voorruit - 1,8 l Duratec-HE 2,6 liter exclusief koplampsproeiers 1,8 l Duratec-SCi...
Pagina 170
Onderhoud Uitvoeringen met een dieselmotor Inhouden Inhoud in liter Variant (gallons) Alle Vloeistof stuurbekrachtiging Max merkteken Alle Brandstoftank 58,5 liter Alle Motorolie - inclusief filter 6,0 liter Alle Motorolie - exclusief filter 5,8 liter Koelsysteem inclusief Alle verwarmingssysteem - met extra 10,6 liter verwarmingssysteem Koelsysteem inclusief...
Verzorging van de auto Achterruit reinigen REINIGEN VAN BUITENZIJDE AUTO Reinig, om de draden van de achterruitverwarming niet te WAARSCHUWINGEN beschadigen, de binnenzijde van de achterruit uitsluitend met een zachte In installaties die met hoge doek of een vochtige zeem. Reinig waterdruk werken kan water de ruit niet met behulp van het interieur binnendringen.
Zowel het oprol- als het instructies op in de vergrendelmechanisme mogen gebruiksaanwijzing van het product. niet worden gesmeerd of Wij raden aan de Ford Accessoires gerepareerd. Ook wijzigingen aan de reeks te gebruiken. gordels zijn niet toegestaan. Controleer de gordels regelmatig op beschadiging of slijtage.
Accu van de auto Hulpstartkabels aansluiten ONDERHOUD VAN DE ACCU De accu vraagt zeer weinig onderhoud. Uw Ford dealer zal in het kader van het normale onderhoudsschema regelmatig het vloeistofpeil in de accu controleren. GEBRUIK VAN STARTKABELS Alleen accu's met dezelfde nominale spanning (12 volt) mogen met elkaar worden verbonden.
Pagina 174
Accu van de auto Verbind de pluspool (+) van de lege accu A met de pluspool (+) van de hulpaccu B. Sluit de massapool (−) van de hulpaccu B zover mogelijk van de accu vandaan aan op het motorblok of de motorsteun van de te starten motor.
Velgen en banden 4- en 5-deurs EEN WIEL VERVANGEN Reservewiel Alle uitvoeringen WAARSCHUWING Gebruik uitsluitend banden en velgen met de goedgekeurde maat. Het gebruik van andere maten kan schade aan de auto tot gevolg hebben en kan de typegoedkeuring E72563 ongeldig maken.
Pagina 176
Velgen en banden Krik Wagon E72567 E72565 N.B.: Gebruik bij het weer Het reservewiel bevindt zich onder aanbrengen het rechtergat in de krik het paneel in de bagageruimte. voor de bevestiging van de krik en Rol de vloerbedekking in de het linkergat voor de bevestiging van bagageruimte op, til het paneel het reservewiel.
Pagina 177
Velgen en banden Trek de rand aan de onderzijde van WAARSCHUWING het paneel naar u toe en draai het De krik mag uitsluitend onder de naar boven; verwijder vervolgens het onderstaande kriksteunpunten paneel. worden geplaatst. Extra kriksteunpunten Het voorste kriksteunpunt 1 bevindt zich op ongeveer 27 cm vanaf de voorzijde van de dorpel.
Pagina 178
Velgen en banden Wiel verwijderen WAARSCHUWINGEN Parkeer uw auto zodanig aan Alle uitvoeringen de kant van de weg dat u het verkeer niet hindert en zelf geen hinder ondervindt van het verkeer als u het wiel aan het verwisselen bent. Zet een gevarendriehoek neer.
Pagina 179
Velgen en banden Gebruik de boordkrik uitsluitend Uitvoeringen met slotmoeren voor het verwisselen van een wiel. Voer geen werkzaamheden onder de auto uit wanneer deze uitsluitend door de krik wordt ondersteund. E72571 Steek het platte uiteinde van de wielmoersleutel tussen de E72572 velgrand en het wieldeksel en werk voorzichtig het wieldeksel...
Pagina 180
Velgen en banden Krik de wagen zover op dat het Alle uitvoeringen wiel los van de grond is. Draai de wielmoeren nu geheel los en verwijder het wiel. Wiel verwisselen Wagens met lichtmetalen velgen WAARSCHUWING Lichtmetalen velgen mogen nooit worden vastgezet met moeren voor stalen velgen.
Velgen en banden VERZORGING VAN BANDEN E70414 E70415 Aan de binnenzijde van de klep van de brandstofvulopening is een plaatje Om ervoor te zorgen dat de banden met de bandenspanningen van de voor- en achterwielen aangebracht. gelijkmatig slijten en langer meegaan, verdient het aanbeveling de voor- en achterwielen met regelmatige GEBRUIK VAN...
Velgen en banden Uitvoeringen met ESP Rijd niet harder dan 50 km/u. Verwijder de sneeuwkettingen Uitvoeringen met Elektronisch onmiddellijk als de wegen sneeuwvrij Stabiliteits Programma (ESP) kunnen zijn. een wat ongebruikelijke Het ABS-systeem blijft normaal rijkarakteristiek vertonen, hetgeen werken. kan worden voorkomen door het systeem uit te schakelen.
Pagina 183
Velgen en banden Normaal Maximaal beladen beladen Variant Bandenmaat Voor Achter Voor Achter (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) 1,8 l Duratec-SCi, 225/40 R 18 Wagon 2,0 l Duratec-HE 205/50 R 16 2,0 l Duratec-HE 205/55 R 16 2,0 l Duratec-HE 205/50 R 17 2.0 l Duratec-HE, Sedan 225/40 R 18 2.0 l Duratec-HE,...
Pagina 184
Velgen en banden Normaal Maximaal beladen beladen Variant Bandenmaat Voor Achter Voor Achter (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) 2,0 l Duratorq-TDCi, 205/50 R 17 handgeschakeld 2,0 l Duratorq-TDCi, 225/40 R 18 handgeschakeld 2,0 l Duratorq-TDCi, 225/40 R 18 handgeschakeld 2,0 l Duratorq-TDCi, 205/50 R 16 automaat 2,0 l Duratorq-TDCi,...
Pagina 185
Velgen en banden Snelheid continu hoger dan 160 km/h Bandenspanning Maximaal Normaal beladen beladen Variant Bandenmaat Voor Achter Voor Achter (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) 1,8 l Duratec-HE 205/50 R 16 1,8 l Duratec-HE 205/55 R 16 1,8 l Duratec-HE 205/50 R 17 1,8 l Duratec-HE 225/40 R 18 1,8 lDuratec-SCi...
Pagina 186
Velgen en banden Maximaal Normaal beladen beladen Variant Bandenmaat Voor Achter Voor Achter (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) 2,0 l Duratorq-TDCi, 205/50 R 17 handgeschakeld 2,0 l Duratorq-TDCi, 225/40 R 18 handgeschakeld 2,0 l Duratorq-TDCi, 205/50 R 16 automaat 2,0 l Duratorq-TDCi, 205/55 R 16 automaat 2,0 l Duratorq-TDCi,...
Voertuigidentificatie VOERTUIGIDENTIFICA- MOTORNUMMER TIEPLAATJE Afhankelijk van het motortype is het motornummer ingeslagen in het motorblok (gezien vanaf de bestuurdersstoel): Duratec-HE/SCi Sticker op distributiedeksel. Duratec-VE/ST Voorzijde van motorcompartiment, linkerzijde distributiedeksel. Duratorq-TDDi/TDCi Turbodiesel Rechterzijde, naast distributiedeksel E73428 Het identificatieplaatje van de auto bevindt zich op het onderste deel van de rechter voorportierstijl.
Technische specificaties TECHNISCHE SPECIFICATIE Afmetingen - Sedan E73444...
Pagina 189
Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Maximum lengte - zonder Carrosserie Styling 4731 mm Maximum lengte - met Carrosserie Styling Kit 4753 mm Maximum lengte - ST uitvoeringen 4756 mm Totale breedte - excl. buitenspiegels 1958 mm Totale hoogte - EC rijklaargewicht 1415 - 1459 mm Wielbasis 2754 mm...
Pagina 190
Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Maximum lengte - zonder Carrosserie Styling 4804 mm Maximum lengte - met Carrosserie Styling Kit 4831 mm Maximum lengte - ST uitvoeringen 4833 mm Totale breedte - excl. buitenspiegels 1958 mm Totale hoogte - EC rijklaargewicht 1427 - 1514 mm Totale hoogte - EC rijklaargewicht 1427 - 1474 mm...
Pagina 191
Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Bumper – hart trekhaakkogel 91 mm Bevestigingspunt – hart trekhaakkogel 13 mm Grondoppervlak – hart trekhaakkogel - EC 440 - 468 mm rijklaargewicht Hart wiel – hart trekhaakkogel 1102 mm Hart trekhaakkogel – langsbalk 413 mm Binnenzijde langsbalk 825 mm...
Pagina 192
Technische specificaties Afstanden trekhaak – Wagon E73447 Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Bumper – einde trekhaakkogel 105 mm Bevestigingspunt – hart trekhaakkogel 66 mm Grondoppervlak – hart trekhaakkogel 447 - 480 mm Hart wiel – hart trekhaakkogel - EC 1189 mm rijklaargewicht Hart trekhaakkogel –...
Pagina 193
Technische specificaties Afmetingen Afmetingen in mm (inches) Hart trekhaakkogel – hart 2e bevestigingspunt 595 mm Hart trekhaakkogel – hart 3e bevestigingspunt 740 mm Wagengewicht 1,8 l Duratec-HE 81 kW (110 pk) Gewicht (kg) Item 4-deurs 5-deurs Wagon EC basis rijklaargewicht 1360 1378 1434...
Typegoedkeuring Afstandsbediening Wanneer de typegoedkeuring van uw afstandsbediening wordt N.B.: Het is raadzaam de gecontroleerd, verwijs dan naar de afstandsbediening uitsluitend te volgende tabel. gebruiken in landen die in de tabel zijn opgenomen. E72068...
Pagina 199
Typegoedkeuring Immobilisatiesysteem Wanneer de typegoedkeuring van het immobilisatiesysteem wordt gecontroleerd, verwijs dan naar de volgende tabellen.
Pagina 203
Index Algemene informatie over radiofrequenties......33 Asbak..........104 Aandrijfregeling (traction Asbak, achterin........104 control)..........132 Asbak, voorin........104 Werking..........132 Audiobediening.......48 Aanhangers trekken.....140 Modus...........49 Aansteker........103 Volume..........48 Accu van de auto......171 Zoekfunctie...........49 Achterbank........99 Auto op vier wielen slepen...155 Rugleuning terugklappen....100 Alle uitvoeringen.........155 Rugleuning van achterbank Uitvoeringen met automatische neerklappen........99 transmissie........155 Zittingen en rugleuning van...
Pagina 204
Index Belangrijke controles bij trekken De juiste zitpositie innemen...96 van aanhanger......140 De motor starten......106 Bergen van de auto......153 Algemene informatie......106 Bescherming van inzittenden..25 De motorkap openen en sluiten..........161 Werking..........25 Binnenspiegel........76 Motorkap openen.......161 Automatisch dimmende Motorkap sluiten.........161 Dimmer achteruitkijkspiegel......76 Brandstof en tanken......110 instrumentenpaneelverlichting..103 Technische specificatie......111 Brandstofkwaliteit......110...
Pagina 205
Index Elektrisch verstelbare Gebruik maken van buitenspiegels.......75 stabiliteitsregeling......130 Elektrisch inklapbare spiegels....75 ESP uitschakelen.......130 Gebruik van startkabels....171 Standen waarin de spiegel kan worden gekanteld......75 Hulpstartkabels aansluiten....171 Elektrisch verstelbare stoelen..97 Motor starten........172 Gebruik van veiligheidsgordels In acht richtingen elektrisch tijdens zwangerschap....32 verstelbare stoel......98 Gebruik van winterbanden..179 In twee richtingen elektrisch Gebruiki van...
Pagina 206
Index Inleiding..........5 Inrijden..........144 Instrumenten........77 Handgeschakelde Interieurverlichting......61 versnellingsbak......117 Leeslampen..........62 Achteruitversnelling - 5-versnellingsbak......117 Achteruitversnelling - 6-versnellingsbak......118 Katalysator........110 Handmatig verstelbare Parkeren..........111 stoelen..........96 Rijden met een auto met Hellingshoek van de rugleuning katalysator........110 verstellen...........97 Kindersloten........24 Lendensteun afstellen......97 Kinderzitjes........18 Stoelen naar voren of naar achteren Kinderzitjes voor verschillende schuiven..........96 gewichtscategorieën.......19...
Pagina 207
Index Motornummer.......185 Overzicht van symbolen....5 Duratec-HE/SCi........185 Waarschuwingssymbolen in dit Duratec-VE/ST........185 instructieboekje........5 Duratorq-TDDi/TDCi Turbodiesel..185 Waarschuwingssymbolen op uw Motorolie controleren....161 auto............6 Motorolie bijvullen......163 Motorolie verversen......163 Motorolievuldop.........163 Motorstartblokkering......43 Parkeerhulp........134 Werking..........43 Werking..........134 Parkeerrem........128 Alle uitvoeringen.........128 Plaatsen zekeringenhouders..148 Naderingsverlichting......71 Centrale zekeringenkast....148 Niveauregeling.......133 Extra zekeringenkast......148 Plaatsing van kinderzitjes....20 Werking..........133 Nooduitrusting.......145 Programmeren van de...
Pagina 208
Index Ruitenwissers en Tripcomputer........83 ruitensproeiers.......51 Actieradius..........84 Buitentemperatuur......84 Gemiddeld brandstofverbruik...84 Gemiddelde snelheid......84 Sleeppunten........153 Info toets..........83 Sleutels en afstandsbediening..33 Momentaan brandstofverbruik..84 Sloten..........36 Terugstelknop........83 Snelheidsregeling (cruise Typegoedkeuring......196 control)..........135 Werking..........135 Specificatie-overzicht zekeringen........149 Veiligheidsgordels vastmaken..30 Veiligheidsmaatregelen....110 Centrale zekeringenkast....150 Veiligheidsuitrusting voor Extra zekeringenkast......150 kinderen..........18 Symbolen in de zekeringenkast..150 Spraaksturing........50 Velgen en banden......173 Staat na een aanrijding....146...
Pagina 209
Index Voertuigidentificatienummer Waarschuwingssignaal (VIN)..........185 veiligheidsgordel......29 Voertuigidentificatieplaatje...185 Herinneringssysteem Voertuigidentificatie.......185 uitschakelen........30 Voorruitsproeiers afstellen.....54 Voorruitsproeiers......52 Voorruitwissers.........51 Zekeringen........148 Automatisch wissen......51 Zitverhogers........21 Wissen met intervallen......51 Voorste mistlampen.......57 Geïntegreerde zitverhoger....21 Vario kinderveiligheidszitje....23 Zonnekleppen........103 Waarschuwings- en indicatielampen......78 Controlelamp 'Vorst'......80 Controlelamp ABS.......79 Controlelamp airbag......79 Controlelamp grootlicht......81 Controlelamp koplampen....80 Controlelamp laadstoom....80 Controlelamp laag brandstofniveau........81...