verschil tussen de afstanden mag niet meer zijn dan
3 mm. Als dit verschil meer dan 3 mm bedraagt, is
het mes krom en moet het worden vervangen. U
moet alle messen meten.
6. Vergelijk de metingen van de buitenste messen met
het middelste mes. Het middelste mes mag niet
meer dan 10 mm lager zijn dan de buitenste messen.
Indien het middelste mes meer dan 10 mm lager is
dan de buitenste messen, ga dan verder met stap 7
en plaats opvulstukken tussen de spilbehuizing en de
onderkant van het maaidek.
7. Verwijder de bouten, platte ringen, borgringen en
moeren van de buitenste as op de plek waar de
opvulstukken moeten worden geplaatst. Om het
mes hoger of lager te zetten, moet een opvulstuk,
onderdeelnr. 3256-24, tussen de spilbehuizing en de
onderkant van het maaidek worden geplaatst. Ga
verder en controleer de uitlijning van de messen en
plaats opvulstukken totdat de randen van de messen
binnen de gewenste afstand blijven.
Belangrijk: Gebruik niet meer dan drie
opvulstukken voor één opening. Gebruik minder
opvulstukken in naastgelegen openingen indien
er meer dan één opvulstuk voor één opening is
gebruikt.
8. Stel de spanpoelie af en monteer de drijfriemkappen.
Onderhoud van de
vonkenvanger
Vonkenvanger/geluiddemper
onderhoudsbeurt geven
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
De geluiddemper moet om de 200 bedrijfsuren worden
ontkoold.
1. Verwijder de afsluiter van de geluiddemperpijp
uit de reinigingspoort aan de onderzijde van de
geluiddemper.
VOORZICHTIG
De geluiddemper kan heet zijn en brandwonden
veroorzaken.
Wees voorzichtig als u werkzaamheden verricht
rond de geluiddemper.
2. Start de motor. Sluit de normale uitlaatpoort van de
geluiddemper af met een stuk hout of een metalen
plaatje zodat de uitlaatgassen via de reinigingspoort
worden afgevoerd. Zorg dat de uitlaatpoort
geblokkeerd blijft totdat er geen koolstofaanslag
meer naar buiten komt.
VOORZICHTIG
Ga nooit recht achter de reinigingspoort staan.
Draag altijd een veiligheidsbril.
3. Zet de motor af en plaats de afsluiter weer in de pijp.
62