Figuur 23
Glijders afstellen
De glijders moeten in de laagste stand worden
gemonteerd als de machine wordt gebruikt bij een
maaihoogte van meer dan 64 mm, en in de hoogste
stand als de machine wordt gebruikt bij een maaistand
van minder dan 64 mm.
Om de glijders af te stellen, moet u de flensbout en de
moeren verwijderen. Vervolgens zet u de glijders in de
gewenste stand en monteert u de bevestigingen weer
(Figuur 24).
Figuur 24
1. Glijder
Rollen van maaidek afstellen
De rollen van het maaidek moeten in de laagste stand
worden gemonteerd als de machine wordt gebruikt bij
een maaihoogte van meer dan 64 mm, en in de hoogste
stand als de machine wordt gebruikt bij een maaistand
van minder dan 64 mm.
1. Verwijder de bout en de moer waarmee het maatwiel
is bevestigd aan de beugels van het maaidek
(Figuur 25).
1. Maatwiel
2. Houd de rol en het afstandsstuk recht voor de
bovenste openingen in de beugels en zet deze vast
met de bout en de moer.
Maaimes afstellen
Voor een goede werking van het maaidek moet de
afstand tussen de randen van de messen van de
zijmaaidekken en het middelste maaidek 10–16 mm
bedragen (Figuur 26).
1. Breng het maaidek omhoog zodat de messen
zichtbaar zijn, en zet middelste maaidek vast zodat
het niet per ongeluk naar beneden kan vallen.
De zijmaaidekken moeten horizontaal staan ten
opzichte van het middelste maaidek.
2. Draai een maaimes van het middelste maaidek en
een naastgelegen mes van een zijmaaidek zodanig
dat de randen van de messen in een lijn staan.
Meet de afstand tussen de randen van de messen;
deze afstand moet ongeveer 10–16 mm bedragen
(Figuur 26).
3. Om de afstand in te stellen, gaat u naar de afstelbout
op de achterste scharnierverbinding van het maaidek
(Figuur 27). Draai de contramoer op de afstelbout
los. Zet de afstelbout losser of vaster totdat de
29
Figuur 25
Figuur 26