niet als deze nog heet is en richt een hogedruk- of
hogevolumespuit nooit op de lagers.
De smeerpunten en de hoeveelheden zijn:
Tractie-eenheid
Onderhoudsinterval: Om de 50 bedrijfsuren
• Lagers van draaipunt van remas (5) (Figuur 37)
• Lagerbus van draaipunt van tractiepedaal (1)
(Figuur 38)
• Lagerbussen van draaipunt van voor- en achteras (2)
(Figuur 39)
• Kogelverbindingen van stuurcilinder (2) (Figuur 40)
• Kogelverbindingen van spoorstang (2) (Figuur 40)
• Lagerbussen van koppelpen (2) (Figuur 40).
De bovenste nippel op de koppelpen hoeft
slechts één keer per jaar te worden gesmeerd
(twee keer pompen).
Figuur 37
Figuur 38
Maaidek, midden
Opmerking: Soms moet het maaidek worden
opgeheven om bij de smeernippels van de onderste
scharnierverbinding en het draaipunt van de sluiting te
kunnen komen.
• Draaipunt van sluiting (2) (Figuur 42)
Opmerking: Het is mogelijk dat de sluiting
(Figuur 41) handmatig moet worden ingedrukt
om toegang te krijgen tot de smering. Gebruik
een rolkoevoet om de sluiting te sluiten en weer te
openen
39
Figuur 39
Figuur 40