Belangrijk: U moet de middelste hefhendel
eventjes in de lage stand duwen zodat de
aftakasschakelaar het aftakascircuit kan
activeren.
• Breng beide zijmaaidekken omhoog in de
transportstand. De maaidekken moeten stoppen.
Als dit niet gebeurt, is er een defect in het
interlocksysteem dat moet worden verholpen
voordat u de machine gaat gebruiken.
• Als de zijmaaidekken weer worden neergelaten,
moet u de motor opnieuw starten. Als dit niet
gebeurt, is er een defect in het interlocksysteem dat
moet worden verholpen voordat u de machine gaat
gebruiken.
• Als de bestuurder opstaat uit de stoel terwijl
de maaidekken zijn ingeschakeld en/of het
tractiepedaal niet in de neutraal staat, moeten de
maaidekken in één seconde stoppen en moet de
motor in ongeveer twee seconden afslaan. Als de
maaidekken niet stoppen en de motor niet afslaat,
is er een defect in het interlocksysteem dat moet
worden verholpen voordat u de machine gaat
gebruiken.
De machine duwen of slepen
In noodgevallen kan de machine vooruit worden
bewogen door de omloopklep in de regelbare
hydraulische pomp in werking te stellen en de machine
te duwen of te slepen. U mag de machine niet duwen
of slepen over een afstand van meer dan 0,4 km.
Belangrijk: U mag de machine niet sneller dan
3–4,8 km per uur duwen slepen omdat hierdoor
de transmissie kan worden beschadigd. De
omloopklep moet open zijn als de machine wordt
geduwd of gesleept.
1. Til de stoel op en verwijder het accudeksel. De
omloopklep bevindt zich tegenover de accu
(Figuur 31).
2. Draai de klep 90° in een van beide richtingen om
deze te openen en de olie inwendig om te laten
leiden. Omdat de vloeistof is omgeleid, kan de
machine worden voortbewogen zonder dat de
transmissie wordt beschadigd.
Opmerking: U zult weerstand op de klep voelen
als u deze opent.
3. Draai de omloopklep 90° (1/4 slag) terug voordat
u de motor start. Sluit de klep met een torsie van
maximaal 7 tot 11 Nm.
1. Toegangsopening van omloopklep
Belangrijk: Als de machine achteruit moet
worden geduwd of gesleept, moet u ook zorgen
voor een omleiding langs de afsluitklep in het
verdeelstuk van de vierwielaandrijving. Daartoe
moet u een slangset (slang onderdeelnr.
95-8843, koppeling nr. 95-0985 [aantal. 2], en
hydraulische aansluiting nr. 340-77 [aantal 2])
aansluiten op de poort om de druk in de tractie
voor de achteruitstand te testen (Figuur 32) en
de poort om de druk in de vierwielaandrijving
in de achteruitstand te testen (Figuur 33).
1. Poort om de druk in de tractie voor de achteruitstand te
testen.
33
Figuur 31
Figuur 32