mesbout, de antiscalpeercup en het mes van de as
(Figuur 86).
3. Monteer het mes, de antiscalpeercup en de mesbout.
Draai de mesbout vast met een torsie van 115 tot
149 Nm.
Belangrijk: Het gebogen deel van het mes moet
naar de binnenzijde van het maaidek wijzen om
een goede maaikwaliteit te garanderen.
Opmerking: Als u een vreemd voorwerp hebt
geraakt, moet u alle moeren van de aspoelie
vastdraaien met een torsie van 176 tot 203 Nm.
1. Mesbout
Maaimes(sen) controleren en
slijpen
GEVAAR
Een versleten of beschadigd mes kan breken en een
stuk van het mes kan worden uitgeworpen in de
richting van de bestuurder of omstanders en ernstig
lichamelijk of dodelijk letsel toebrengen. Indien u
een beschadigd mes probeert te repareren, kan de
veiligheidscertificatie van het product vervallen.
• Controleer op gezette tijden het maaimes op
slijtage of beschadigingen.
• Probeer nooit een krom mes recht te buigen of
een gebroken of gescheurd mes te lassen.
• Vervang een versleten of beschadigd mes.
Als u het maaimes controleert en een onderhoudsbeurt
geeft, moet u op twee plaatsen letten: de vleugel en de
snijrand. Zowel de snijranden als de vleugel – dat is het
deel dat naar boven steekt tegenover de snijrand – zorgen
ervoor dat het mes een goede maaikwaliteit levert. De
vleugel is belangrijk omdat dit het gras rechtop zet zodat
het gelijkmatig wordt gemaaid. De vleugel zal echter
tijdens het gebruik langzaam slijten, en dit is normaal.
Als de vleugel slijt, zal de maaikwaliteit geleidelijk aan
enigszins afnemen, hoewel de snijranden scherp blijven.
Figuur 86
2. Antiscalpeercup
De snijrand van het mes moet scherp zijn zodat het gras
wordt gemaaid en niet wordt afgescheurd. De snijrand
is kennelijk bot als de punten van de grassprieten bruin
zijn of kapot zijn gescheurd. Slijp de snijranden om dit
te verhelpen.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
Breng het maaidek omhoog, stel de parkeerrem in
werking, zet het tractiepedaal in de neutraalstand en
schakel de aftakas uit. Zet daarna de motor af en
verwijder het sleuteltje uit het contact.
2. Controleer nauwkeurig de uiteinden van het maaimes,
in het bijzonder op de plaats waar het platte en het
gebogen deel samenkomen (Figuur 87). Omdat het
metaal dat het platte en het gebogen deel van het
mes verbindt, kan wegslijten door zand en ander
schurend materiaal, moet u dit steeds controleren
voordat u gaat maaien. Als u een slijtplek ontdekt
(Figuur 87), moet u het mes onmiddellijk vervangen.
60