Installatie van bougies
Controleer voor de installatie of de
contactoppervlakken van de cilinder-
koppen en bougies niet vuil zijn.
Stel de bougiespleet met behulp
van
een
voelermaat
0,6 mm naar 0.7 mm .
Breng een kleine hoeveelheid
smeermiddel op basis van koper
tegen
het
vastvreten
schroefdraad aan.
Schroef de bougies in de cilinder-
koppen met de hand of met een
passende momentsleutel.
BOUGIE AANHALEN TOT
20 N m ± 2.4 N m
Accu
WAARSCHUWING
Draai de contactsleutel altijd in
de stand UIT, alvorens onder-
houds- of reparatiewerken aan
het elektrisch systeem uit te
voeren, tenzij anders aangege-
ven.
LET OP Laad nooit een accu
terwijl die in het voertuig is geïnstal-
leerd.
Deze voertuigen zijn uitgerust met
een VRLA-accu (Valve Regulated
Lead Acid). Dit is een onderhouds-
vrij accutype, waaraan geen water
moet worden toegevoegd om het
elektrolytpeil te regelen.
OPMERKING
Verwijder nooit de
afsluitdop van de accu.
Accu verwijderen
OPMERKING
eerst de ZWARTE (-) accukabel.
Koppel eerst de ZWARTE (-) kabel
los en dan de RODE (+).
in
op
op
de
Ontkoppel altijd
ONDERHOUDSPROCEDURES
Verwijder de borgschroeven, de
accuhouder en trek de accu uit de
houder.
1. Accuhouder
2. Borgschroeven
Accu reinigen
Reinig de accu, de behuizing en
polen met een oplossing van natri-
umcarbonaat en water.
Verwijder roest van de accuklem-
men en -polen met een harde sta-
len borstel.
Accu installeren
Installeer de accu terug in het
voertuig.
OPMERKING
Sluit altijd eerst de
RODE (+) accukabel aan.
Zekeringen
LET OP Schakel de contact-
schakelaar altijd op UIT voordat u
een defecte zekering vervangt.
Inspectie van de zekering
Controleer of de draad is gesmol-
ten.
Vervang de kapotte zekering als de
gloeidraad is doorgesmolten, zie
de tabel LOCATIE ZEKERINGEN
voor het juiste vermogen.
113