Motor opnieuw starten en laten lopen totdat deze
afslaat.
Choke de motor. Start de motor en laat deze lopen
totdat de motor niet meer start.
U moet brandstof op de juiste wijze afvoeren.
Verwerk deze volgens de plaatselijk geldende
voorschriften.
Belangrijk: Benzine waaraan
stabilizer/conditioner is toegevoegd, niet
langer dan 30 dagen bewaren.
11. Verwijder de bougie(s) en controleer de toestand
ervan; zie Bougies vervangen in het hoofdstuk
Motoronderhoud. Nadat de bougie(s) uit de cilinder
is (zijn) verwijderd, giet u twee eetlepels motorolie
in de bougie-opening. Gebruik de startmotor om
de motor te laten draaien en zo de olie over de
cilinderwand te verspreiden. Monteer de bougie(s).
De bougiekabel niet op de bougie(s) drukken.
12. Verwijder vuil en maaisel van de bovenkant van het
maaidek.
13. Schraap dik aangekoekt gras en vuil van de onderkant
van de maaimachine. Spoel vervolgens de machine
schoon met een tuinslang.
14. Controleer de conditie van de riemen van de
aandrijving en het maaidek.
15. Controleer alle bouten, schroeven en moeren en
draai deze vast. Versleten of beschadigde delen
repareren of vervangen.
16. Werk alle krassen en beschadigingen van de lak bij.
Bijwerklak is verkrijgbaar bij een erkende Service
Dealer.
17. Stal de machine in een schone, droge garage of
opslagruimte. Verwijder het sleuteltje uit het contact
en bewaar deze op een plaats die u makkelijk
kunt onthouden. Dek de machine af om deze te
beschermen en schoon te houden.
43