Om de 100 bedrijfsu-
ren—Papierelement vervangen.
(vaker in zeer stoffige, vuile omstan-
digheden)
1. Verwijder het luchtfilterdeksel (Figuur 28).
2. Verwijder het luchtfilterelement met de ingebouwde
rubberen afdichting (Figuur 28).
3. Klop voorzichtig op de geplooide kant van het
papierelement om vuil te verwijderen. U mag
het papierelement nooit wassen of reinigen met
perslucht, omdat dit hierdoor schade zal oplopen.
Vervang een vuil, verbogen of beschadigd element.
Behandel een nieuw element voorzichtig; gebruik
het niet als de rubberen afdichting is beschadigd.
4. Verwijder aangekoekt vuil of vreemde voorwerpen
van alle onderdelen van het luchtfilter. Zorg ervoor
dat er geen vuil in de carburateur terechtkomt.
5. Monteer het luchtfilterelement met de geplooide kant
naar "buiten" en plaats de rubberen afdichting op de
randen van de bodem van het luchtfilter (Figuur 28).
6. Plaats het luchtfilterdeksel terug en zet het vast met
de twee knoppen (Figuur 28).
Motorolie verversen/oliepeil
controleren
Type olie: Reinigingsolie (API-klasse SG, SH, SJ of
hoger)
Carterinhoud: 1,5 liter als het filter is vervangen.
Viscositeit: zie onderstaande tabel.
Oliepeil controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks—Het
motoroliepeil controleren.
G005176
Figuur 29
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak,
schakel de aftakas uit, zet de motor af en haal het
sleuteltje uit het contact.
2. Controleer of de motor is afgezet, horizontaal staat
en is afgekoeld zodat de de olie tijd heeft om weg te
lopen naar de opvangbak.
3. Om te voorkomen dat er vuil, maaisel, enz. in de
motor terechtkomt, moet u de omgeving van de
vuldop/peilstok reinigen voordat u deze verwijdert.
4. Verwijder de olievulbuis/peilstok; veeg de olie
eraf. Plaats de peilstok weer stevig op zijn plaats
(Figuur 30).
1
1
F
L
1. Oliepeilstok
2. Vulbuis
5. Haal de peilstok eruit en controleer het oliepeil.
(Figuur 30).
Het oliepeil moet tot aan de F-markering op de
peilstok staan, maar niet hoger.
6. Als het oliepeil te laag is, moet u bijvullen met olie
van het juiste type totdat het peil de F-markering op
de peilstok bereikt. Controleer altijd het oliepeil met
de peilstok voordat u bijvult met olie.
Opmerking: Om te voorkomen dat motor
overmatig slijt of schade oploopt, moet u ervoor
zorgen dat de olie in het carter altijd op het juiste
peil staat. U mag de motor nooit gebruiken als
het oliepeil onder de "L"-markering of boven de
"F-"markering op de peilstok staat.
28
2
2
2
3
G005068
3
Figuur 30
3. Oliepeil