2
Figuur 39
1. Hoofdleiding – 30 A
4. Plaats het bedieningspaneel terug op zijn plaats.
Gebruik de vier schroeven die u eerder hebt
verwijderd om het paneel weer te bevestigen.
1
g012173
2. Laadcircuit – 25 A
Onderhoud
aandrijfsysteem
Bandenspanning controleren
Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsu-
ren—Bandenspanning controleren.
Zorg ervoor dat de voor- en achterbanden de
voorgeschreven spanning hebben. Een ongelijke
bandenspanning kan leiden tot onregelmatige
maairesultaten. Controleer de bandenspanning bij het
ventiel (Figuur 40). De bandenspanning kan het best bij
koude banden worden gecontroleerd.
Bandenspanning
Model
Achterband
74380
90 kPa (13 psi)
1. Ventiel
34
Voorband
(zwenkwielen)
344 kPa (50 psi)
Figuur 40