C14 - C
ONTROLEREN VAN HET OLIEPEIL VAN DE
DIFFERENTIAAL VOOR
D e g o n d e l o p e e n s t u k h o r i z o n t a l e g r o n d p l a a t s e n m e t d e
verbrandingsmotor uit.
DIFFERENTIAAL:
- De dop 1 verwijderen (figuur C14/1), het oliepeil moet tegen de opening
aan staan.
- Zonodig ollie bijvullen (zie hoofdstuk : SMEERMIDDELEN) via dezelfde
opening.
- De dop 1 weer op zijn plaats aanbrengen en aandraaien (figuur C14/1)
(aandraaikoppel 5 daNm).
ASSEN :
- De vuldop 2 verwijderen (figuur C14/2
: vooras) (figuur C14/3 : achteras), de
olie moet tegen de opening aan staan.
- Zonodig olie bijvullen (zie hoofdstuk :
SMEERMIDDELEN) via dezelfde
opening.
- De vuldop 2 weer op zijn plaats
aanbrengen en aandraaien (figuur
C14/2 : vooras) (figuur C14/3 :
achteras) (aandraaikoppel 6 daNm).
C15 - C
ONTROLEREN VAN HET OLIEPEIL VAN DE
VERTRAGERS VAN DE VOOR
De gondel op een stuk horizontaal grond zetten met de verbrandingsmotor uit.
- Het peil controleren op iedere vertrager van de voorwielen
- De vuldop 1 (figuur C15) horizontaal zetten
- De vuldop verwijderen, het oliepeil moet tegen de opening aan staan
- Zonodig olie bijvullen via dezelfde opening (zie hoofdstuk : SMEERMIDDELEN)
- De vuldop 1 op zijn plaats aanbrengen en aandraaien (figuur C15)
(aandraaikoppel 8 daNm)
- Dezelfde handeling verrichten op alle vertragers van de achterwielen.
-
EN ACHTERAS
C14/2
-
EN ACHTERWIELEN
3 - 22
2
C14/1
1
C14/3
2
C15
1