B - ONDERHOUD
- Reinig brandstof-, olie- en vetsporen op de hoogwerker.
- Reinig de hoogwerker of in ieder geval de betreffende werkzone vóór ieder gebruik.
- Niet reinigen met een hogedrukreiniger in de nabijheid van de elektrische onderdelen.
Zo nodig de schadegevoelige onderdelen en met name de electrische componenten en aansluitingen beveiligen tegen
indringing van water, damp of reinigingsprodukten.
- De hoogwerker dient verplicht in zijn conforme staat behouden te worden.
- Voer het dagelijks onderhoud uit (Zie hoofdstuk : A - IEDERE DAG EN OM DE 10 BEDRIJFSUREN).
- Laat de verbrandingsmotor niet draaien zonder luchtfilter of bij olie-, water- of brandstoflekkage.
Wacht totdat de verbrandingsmotor is afgekoeld voordat u de radiatordop verwijdert.
- Vervang de filterpatronen (Zie periodieke onderhoudsbeurten in hoofdstuk : FILTERONDERDELEN EN RIEMEN).
C - VLOEISTOFPEILEN
- Gebruik de aanbevolen smeermiddelen (Gebruik nimmer gebruikte smeermiddelen).
- Vul de brandstoftank niet als de verbrandingsmotor draait.
- Gooi de brandstoftank alleen vol op de daartoe bestemde plaats.
- De brandstoftank mag niet tot het maximum peil gevuld worden.
1 - 10