Storingscodes met weergave op de branderautomaat
Storingscode
Gedrag van de installatie
op display
F F2
Branderautomaat op storing,
installatie koelt af.
F F3
Ionisatievlambewaker meldt
verkeerd vlamsignaal tijdens
het opstarten of na de naven-
tilatie.
Ionisatie-elektrode of vlambe-
ker beschadigd.
F F4
Geen vlamvorming tijdens
beveiligingstijd, ionisatievlam-
bewaker meldt geen vlamsig-
naal.
F F4
Geen vlamvorming tijdens
beveiligingstijd, ionisatievlam-
bewaker meldt geen vlamsig-
naal.
F F4
Geen vlamvorming tijdens
beveiligingstijd, ionisatievlam-
bewaker meldt geen vlamsig-
naal.
F F4
Slecht startgedrag (startinvet-
ting). Magneetklep schakelt
niet.
F F4
Geen vlamvorming tijdens
beveiligingstijd, ionisatievlam-
bewaker meldt geen signaal.
F F4
Geen vlamvorming tijdens
beveiligingstijd, ionisatievlam-
bewaker meldt geen signaal.
F F4
Geen vlamvorming tijdens
beveiligingstijd, ionisatievlam-
bewaker meldt geen signaal.
F F5
Luchtdrukbewaker 1 meldt
geen luchtdruk, ventilator
draait niet
F F5
Luchtdrukbewaker 1 schakelt
uit tijdens de werking.
F F6
Gasdrukbewaker meldt geen
gasdruk.
(vervolg)
Storingsoorzaak
Temperatuurbegrenzer ke-
telwatertemperatuur is ge-
activeerd.
Ketelwatertemperatuur te
hoog.
Gascombiregelaar lekt
(gas ontsnapt en ver-
brandt). Verkeerde co-
deerstekker.
Ionisatie-elektrode fout in-
gesteld, stekker van de io-
nisatie-elektrode niet aan-
gesloten. Aardsluiting van
de elektrode of de kabel.
Ontstekingselektroden
verkeerd ingesteld, mas-
sasluiting van de elektro-
den, ontstekingsapparaat
defect, branderautomaat
defect
Isolatiemantel van de ont-
stekings- of ionisatie-elek-
trode gescheurd
Compensatieleidingen
geen verbinding, mag-
neetklep defect, uitgangs-
relais branderautomaat
defect
Verkeerd gastype inge-
steld
Gascombiregelaar opent
niet.
Verbrandingswaarden niet
optimaal
Luchtdrukbewaker 1 de-
fect, niet correct aangeslo-
ten of ingesteld
Rookgasstuwing, con-
denswaterstuwing, slang
luchtdrukbewaker 1 de-
fect, verbindingsslang lek
Gasafsluitkraan gesloten,
gasdrukbewaker defect,
meervoudige problemen
met de gastoevoer
Storingen oplossen
Maatregel
Wacht tot de ketelwatertempera-
■
tuur onder de toelaatbare waarde
is gedaald.
Branderautomaat ontgrendelen.
■
Ionisatietraject controleren. Ionisa-
tie-elektrode op massasluiting con-
troleren. Vlambeker op vervorming
controleren.
Codeerstekker vervangen. Gas-
combiregelaar vervangen.
Stekker van de ionisatie-elektrode
erin steken, kabel controleren, ioni-
satie-elektrode instellen (zie pagi-
na 25).
Ontstekingselektroden instellen
(zie pagina 25), ontstekingsappa-
raat vervangen. Branderautomaat
vervangen.
Ontstekings- of ionisatie-elektrode
vervangen.
Compensatieleidingen en aanslui-
tingen controleren, aansluitleidin-
gen vervangen. Magneetklep ver-
vangen. Branderautomaat vervan-
gen.
Gastype instellen (zie pagina 12).
Aansluitkabel controleren. Gas-
combiregelaar controleren, evt.
vervangen.
Brander instellen. Indien nodig,
ook bij branderstilstand aan de in-
stelschroeven draaien om de bran-
der te kunnen starten.
Luchtdrukbewaker 1 vervangen,
juist aansluiten of instellen
Rookgasopstuwing verhelpen.
Condenswateropstuwing controle-
ren. Branderautomaat ontgrende-
len. Slang vervangen.
Gasafsluitkraan openen. Gas-
stroomdruk controleren. Evt. gasfil-
ter vervangen. Branderautomaat
ontgrendelen. Gascombiregelaar
vervangen.
43