Storingen oplossen
Storingscodes met weergave op de branderautomaat
Storingscode
Gedrag van de installatie
op display
F B7
Type codeerstekker
F E3
Branderautomaat op storing
F E4
Brander schakelt uit.
F E5
Branderautomaat op storing
F EB
Brander geblokk.
F EC
Branderautomaat op storing
F ED
Branderautomaat op storing
F EE
Branderautomaat op storing
F EF
Branderautomaat op storing
F F1
Branderautomaat op storing,
installatie koelt af.
42
(vervolg)
Storingsoorzaak
Codeerstekker past niet
bij de branderautomaat.
Veiligheidsinrichting is ge-
activeerd.
Meervoudige onderspan-
ningsdetectie met herha-
ling en hernieuwde onder-
spanning
Interne fout van de bran-
derautomaat en bij de test
van de ionisatie-ingang
Geen vrijgave van de
brander via extern con-
tact.
Interne fout bij de terug-
melding van het veilig-
heidsrelais.
Interne fout bij de terug-
melding van het ontste-
kingsrelais.
Interne fout van de terug-
melding van de gasbevei-
ligingskleppen. Uitgangs-
relais schakelt niet.
Interne fout van de terug-
melding van de gasbevei-
ligingskleppen. Uitgangs-
relais schakelt niet.
Rookgastemperatuurbe-
grenzer is geactiveerd
Rookgastemperatuur te
■
hoog
Gasdebiet te hoog
■
Maatregel
Codeerstekker of branderautomaat
vervangen.
Gevaar
Aan stekkerklemmen van de
branderautomaat is netspan-
ning aanwezig.
Codeerstekker alleen in
stroomloze toestand van de
branderautomaat vervan-
gen.
Veiligheidsinrichtingen aan
VTB/VTB aan stekker
aBÖ
Vitotronic controleren.
Voorzieningsnet controleren.
Branderautomaat vervangen.
Aangesloten component aan
TR/TR AAN aan stekker
aBÖ
de Vitotronic controleren.
Branderautomaat ontgrendelen.
Evt. branderautomaat vervangen.
Branderautomaat ontgrendelen.
Evt. branderautomaat vervangen.
Branderautomaat ontgrendelen of
branderautomaat vervangen.
Branderautomaat ontgrendelen of
branderautomaat vervangen.
Wacht tot de rookgastemperatuur
■
onder de toelaatbare waarde is
gedaald.
Druk van de installatie controle-
■
ren.
Warmtewisselaaroppervlak op
■
verontreiniging controleren.
Branderautomaat ontgrendelen.
■
CO
-instelling controleren.
■
2
Gasdebiet instellen volgens het
■
nominale vermogen van de ver-
warmingsketel. Aansluitwaarden
zie "Technische gegevens".
van de
van