Stap 8:
Montage van de console en instelling van de steunvoeten
(1) Maak de vier voorgemonteerde
schroeven (G1) van de console (G)
los.
(2) Verbind de consolekabels (D1,
D2, D14 & D16) en de hartfrequen-
tiekabels (D4) uit de consolemast
met de console.
Opmerking: Let erop dat de kabels
correct met elkaar verbonden zijn.
Schuif de overtollige kabels in het
omhulsel en in de consolemast (D).
(3) Bevestig de console (G) aan de
consolemast (D) met de vier schroe-
ven (G1).
(4) Gebruik de instelschroeven
onder het toestel om ongelijkheden
in de vloer te vereffenen.
Stap 9:
Blokkeren van de pedaalstangen (B1 en B2)
De pedaalstangen moeten al-
tijd geblokkeerd zijn wanneer
het toestel niet gebruikt wordt.
Draai hiervoor de knop (A3) naar
de „LOCK"-positie om de pedaal-
stangen (B1 en B2) te blokkeren
en eventuele letsels te verhinde-
ren.
Opmerking: Blokkeer nooit de
pedaalstangen wanneer het toes-
tel nog in beweging is, maar enkel
dan wanneer het toestel volledig
tot stilstand gekomen is.
19