42
Sleutels, portieren en ruiten
Houd e ingedrukt om de ruiten te slui‐
ten.
Laat de toets los om de ruit te stop‐
pen.
Als de ruiten volledig gesloten zijn,
lichten de alarmknipperlichten twee‐
maal op.
Overbelasting
Worden de ruiten in korte tijd meer‐
maals bediend, dan wordt de ruitbe‐
diening enige tijd gedeactiveerd.
Elektrisch bediende ruiten
initialiseren
Als u de ruiten niet automatisch kunt
sluiten (bijv. na het loskoppelen van
de accu), verschijnt er een waarschu‐
wingstekst op het Driver Information
Center.
Boordinformatie 3 106.
Activeer de ruitelektronica als volgt:
1. Portieren sluiten.
2. Contact inschakelen.
3. Trek aan de schakelaar totdat de
ruit gesloten is en blijf nog
2 seconden eraan trekken.
4. Duw tegen de schakelaar tot de
ruit helemaal is geopend en blijf
nog 2 seconden duwen.
5. Deze handeling uitvoeren voor
alle ruiten.
Achterruitverwarming
Samen met de buitenspiegelverwar‐
ming in te schakelen door het indruk‐
ken van b.
De verwarming werkt bij een draai‐
ende motor en wordt na korte tijd
automatisch uitgeschakeld.
Afhankelijk van de klimaatregeling zit
b mogelijk op een andere plek.
Auto's met verwarmings- en
ventilatiesysteem of met
airconditioning