230
Verzorging van de auto
9 Waarschuwing
Een te lage bandenspanning kan
aanleiding geven tot oververhitting
van de banden en interne bescha‐
digingen, wat bij hoge snelheden
loslatende loopvlakken en zelfs
klapbanden kan veroorzaken.
9 Waarschuwing
Bij specifieke banden mag de
aanbevolen bandenspanning
zoals vermeld in de bandenspan‐
ningstabel de op de band aange‐
geven maximale bandenspanning
overschrijden. Overschrijd nooit
de op de band aangegeven maxi‐
male bandenspanning.
Afhankelijkheid van temperatuur
De bandenspanning hangt af van de
temperatuur van de band. Onderweg
lopen de temperatuur en de spanning
van de band op. De bandenspannin‐
gen op de bandinformatiesticker en in
de bandenspanningentabel verwijzen
naar koude banden, dus bij een
temperatuur van 20 °C.
De druk wordt voor iedere tempera‐
tuurstijging van 10 °C met bijna
10 kPa verhoogd. Houd hiermee
rekening wanneer u warme banden
controleert.
Drukverliesdetectiesysteem
De spanningsverliesdetectie contro‐
leert voortdurend de rotatiesnelheid
van alle vier de wielen en waarschuwt
voor een lage bandenspanning
tijdens het rijden. Dit wordt bereikt
door de afrolomtrek van de band te
vergelijken met referentiewaarden en
andere signalen.
Als een band aan spanning verliest,
gaat het controlelampje w branden in
combinatie met een waarschuwings‐
bericht op het Driver Information
Center.
Verlaag in dat geval de rijsnelheid en
vermijd scherpe bochten en krachtige
remmanoeuvres. Stop zo spoedig
mogelijk om de bandenspanning te
controleren.
Controlelampje w 3 100.
Initialiseer het systeem na aanpas‐
sing van de bandenspanning om het
controlelampje te laten doven en het
systeem opnieuw in te schakelen.
Voorzichtig
De spanningsverliesdetectie
waarschuwt alleen bij een te lage
bandenspanning en is geen
vervanging voor regulier onder‐
houd van de banden door de
bestuurder.
Bij een systeemstoring verschijnt er
een bericht op het Driver Information
Center. Stel de juiste bandenspan‐
ning in en initialiseer het systeem
opnieuw. Neem contact op met een
werkplaats, als het storingsbericht
niet van het display verdwijnt. Het
systeem werkt niet, wanneer ABS of
ESC een storing vertoont of wanneer
u een reservewiel gebruikt. Contro‐
leer na terugplaatsing van een stan‐
daardwiel de koude bandenspanning
en initialiseer het systeem.