118
Verlichting
Koplampverstelling
Handmatige koplampverstelling
U kunt de lichtbundelhoogte aanpas‐
sen aan de belading om verblinding
te voorkomen: draai het kartelwieltje
in ? de gewenste stand.
0 : zitplaatsen voorin bezet
1 : alle zitplaatsen bezet
2 : alle zitplaatsen bezet en bagage
in de bagageruimte
3 : bestuurdersstoel bezet en
bagage in de bagageruimte
Koplampinstelling in het
buitenland
Bij het rijden in landen waar het
verkeer in de andere richting rijdt
hoeven de koplampen niet te worden
afgesteld.
Dagrijlicht
Dagrijlichten maken de auto overdag
beter zichtbaar.
Het wordt automatisch ingeschakeld
wanneer de motor draait.
Het systeem schakelt automatisch
tussen dagrijlicht en dimlicht, afhan‐
kelijk van het lichtomstandigheden.
LED-koplampen
Het led-koplampensysteem omvat
twee koplampen met verschillende
leds, waarmee de functies van het
adaptieve rijlicht kunnen worden
aangestuurd.
De lichtspreiding en -intensiteit
worden getriggerd op basis van de
lichtomstandigheden, het wegdek en
de rijsituatie. De auto past de koplam‐
pen automatisch aan de situatie aan
voor een optimale lichtspreiding voor
de bestuurder.
Sommige functies van het adaptieve
rijlicht van de led-koplampen kunnen
vanuit het menu Persoonlijke instel‐
lingen worden gedeactiveerd en
geactiveerd. Selecteer de desbetref‐
fende instelling in Instellingen, I
Voertuig op het Info-Display.
Persoonlijke instellingen 3 107.
De verlichtingsfuncties zijn alleen
beschikbaar als de lichtschakelaar in
de stand AUTO staat.
Verlichting landelijke gebieden
Dit wordt automatisch geactiveerd bij
een snelheid tussen 55 km/h en
115 km/h wanneer er in een landelijk
gebied wordt gereden. De verlichting