134
Klimaatregeling
9 Waarschuwing
Als het luchtrecirculatiesysteem is
ingeschakeld, vermindert de lucht‐
verversing. Bij het gebruik zonder
koeling neemt de luchtvochtigheid
toe waardoor de ruiten van
binnenuit kunnen aandampen. De
kwaliteit van de binnenlucht neemt
na verloop van tijd af, wat tot
vermoeidheidsverschijnselen bij
de inzittenden kan leiden.
Wanneer de omgevingslucht warm
en zeer vochtig is, kan de voorruit aan
de buitenkant aandampen wanneer
er koude lucht naartoe stroomt. Als de
voorruit aan de buitenkant aandampt,
moet u de ruitenwisser aanzetten en
l uitzetten.
Ruiten ontwasemen en ontdooien à
● Druk op à. Het led-lampje in de
knop brandt om activering aan te
geven.
● Temperatuur en luchtverdeling
worden automatisch ingesteld,
de aanjager draait met een hoge
snelheid.
● Indien nodig, de airco inschake‐
len met een druk op A/C.
● Achteruitverwarming b inscha‐
kelen.
● Voorruitverwarming , inscha‐
kelen.
● Om weer naar de vorige modus
te gaan: à weer indrukken. Om
de automatische modus opnieuw
in te schakelen: AUTO indruk‐
ken.
Let op
Als à wordt ingedrukt terwijl de
motor loopt, wordt een Autostop
verhinderd totdat er opnieuw op à
wordt gedrukt.
Als à wordt ingedrukt terwijl de
motor in een Autostop is, zal de
motor automatisch herstarten.
Stop/Start-systeem 3 144.
Elektronische klimaatregeling
deactiveren
De koeling, ventilator en automati‐
sche modus zijn uit te schakelen door
de draairing rond de AUTO-knop
linksom te draaien.
Activering door inschakeling van de
ventilator of door het indrukken van
AUTO.
Achterruit-, voorruit- en buitenspie‐
gelverwarming b 3 42.