Uitschakelen
U kunt de actieve noodrem deactive‐
ren in het menu Persoonlijke instellin‐
gen 3 107. Bij deactivering gaat m
branden op de instrumentengroep en
er verschijnt een waarschuwingsbe‐
richt in het Driver Information Center.
In de volgende gevallen adviseren we
u om het systeem te deactiveren in
het menu Persoonlijke instellingen:
● bij het trekken van een aanhan‐
ger of caravan
● bij het vervoer van lange voor‐
werpen op een imperiaal of
dakdrager
● wanneer de auto wordt gesleept
met een draaiende motor
● wanneer een reservewiel is
gemonteerd dat kleiner is dan de
overige wielen
● alvorens een automatische
wasstraat binnen te rijden met
een draaiende motor
● alvorens de auto op een rollen‐
bank te plaatsen in een werk‐
plaats
● als de voorruit beschadigd is in
de buurt van de camera
● als de voorbumper beschadigd is
● als de remlichten niet werken
Systeembeperkingen
In sommige gevallen kan de actieve
noodrem automatisch remmen in
situaties waarin dat onnodig lijkt te
zijn, bijvoorbeeld in parkeergarages,
als er verkeersborden in een bocht
staan of door auto's die zich in een
andere rijstrook bevinden. Dit behoort
bij de normale werking van het
systeem, de auto behoeft geen
onderhoud. Trap om automatisch
remmen te negeren het gaspedaal
stevig in als de situatie en de omge‐
ving dat toelaten.
In de volgende situaties zijn de pres‐
taties van de actieve noodrem
beperkt:
● bij ritten op bochtige of heuvel‐
achtige wegen.
● bij detectie van alle voertuigen, in
het bijzonder voertuigen met een
aanhanger, trekkers, modderige
voertuigen, enz.
Rijden en bediening
● bij detectie van een voertuig,
wanneer het zicht door weersom‐
standigheden beperkt is, zoals bij
mist, regen of sneeuw.
● bij nachtelijke ritten.
● de sensor in de voorruit of de
radarmodule achter de voorbum‐
per is afgedekt door sneeuw, ijs,
sneeuwbrij, modder, vuil enz.
● de voorruit is beschadigd of
bedekt met vreemde voorwer‐
pen, bijv. stickers.
Houd onderweg altijd uw aandacht bij
het verkeer en wees altijd paraat om
handelend op te treden door bij drei‐
gende botsingen op de rem te trap‐
pen en / of de auto weg te sturen.
Storing
Als het systeem moet worden nage‐
keken, verschijnt er een bericht op het
Driver Information Center.
Als het systeem niet naar behoren
functioneert, verschijnen er berichten
in het Driver Information Centre.
Boordinformatie 3 106.
179