186
Rijden en bediening
Rijd voor- en achteruit en let daarbij
op de waarschuwingen van de
parkeerhulp totdat de handeling is
afgerond.
Inparkeren bij haaks parkeren
Inschakelen
7" Colour-Info-Display: om een
parkeervak te zoeken activeert u het
systeem door Parkeerhulp te selecte‐
ren op de startpagina van het Info-
Display. Selecteer vervolgens Hier
dwarsparkeren.
8" Colour-Info-Display: om een
parkeervak te activeren activeert u
het systeem door op Í te drukken.
Kies Rijfuncties op het Info-Display
en vervolgens Parkeerhulp. Kies
Haaks inparkeren.
Verlaag de rijsnelheid tot onder
20 km/h.
Kies met de richtingaanwijzers de
kant van de weg waar u wenst te
parkeren.
De afstand tussen uw auto en de rij
geparkeerde auto's bedraagt zo'n
0,5 tot 1,5 m.
Wanneer er meerdere parkeervakken
naast elkaar worden gevonden, wordt
de auto naar het laatste vak gestuurd.
Wanneer er een vrij vak is gevonden,
wordt dit op het Info-Display aange‐
geven in combinatie met een geluids‐
signaal. Stop de auto, schakel de
achteruitversnelling in en rijd op een
snelheid tot 7 km/h.
Rijd voor- en achteruit volgens de
instructies en let daarbij op de waar‐
schuwingen van de parkeerhulp en
de geluidssignalen totdat de hande‐
ling is afgerond. Na afloop dooft $ op
de instrumentengroep.
Het systeem wordt tijdens een
parkeermanoeuvre automatisch
gedeactiveerd, wanneer de achter‐
kant van de auto een obstakel tot op
minder dan 50 cm is genaderd.