UITRUSTING
OPMERKING: Zorg ervoor dat het
voertuig in NEUTRAAL (N) staat,
voordat u het toerental van de mo-
tor verhoogt.
Raadpleeg de HANDLEIDING van
de lier die bij het voertuig zit voor
het goed bedienen van de lier.
Intensief gebruik van de lier kan de
ingebouwde stroomonderbrekers
tijdelijk UITSCHAKELEN. Wacht
dan even en ga door met het inha-
len van de lier. De stroomonderbre-
kers worden automatisch ingescha-
keld zodra ze zijn afgekoeld.
13) Laadbak
De laadbak kan voor verschillende
soorten ladingen worden gebruikt.
WAARSCHUWING
Gebruik de laadbak alleen vol-
gens de richtlijnen in LADING
VERVOEREN in het hoofdstuk
VEILIGHEIDSINFORMATIE , om
het risico op controleverlies of
ladingverlies te beperken.
14) Ankerhaken
In de laadbak zitten er 4 ankerha-
ken waarmee de lading in de laad-
bak vastgemaakt kan worden.
90
TYPISCH
1. Ankerhaken
Er bevinden zich 6 ankerpunten in
de laadbak voor het installeren van
LinQ bevestigingen en 2 bovenop
de zijkanten..
TYPISCH
1. LinQ-montagepunten in laadbak
2. LinQ-montagepunt op zijkanten laadbak
OPMERKING
Til nooit het voer-
tuig op met behulp van ankerha-
ken.
15) Trekhaak
Het voertuig is uitgerust met een
50,8 mm x 50,8 mm grote stan-
daard trekhaakbevestiging.