5.2 Icoon voor de paneelstatus
1.Icoon voor de paneelmodus;
2.Icoon voor de status van de sirenes;
3.Icoon voor de status van de Brandalarm uitgang;
4.Icoon voor de status van de Brandweer uitgang)
5.2.1 Icoon voor de paneelmod
Icoon
Mode Laden – de configuratiegegevens worden van het permanente memory geladen.
Mode OPSLAAN - de configuratiegegevens worden in het permanente memory opgeslagen.
Werkmode Dag – de signalen van de sensors worden met lagere gevoeligheid verwekt (gevoeligheid
ingesteld voor elke sensor).
Werkmode Nacht - de signalen van de sensors worden met hogere gevoeligheid verwekt (gevoeligheid
ingesteld voor elke sensor).
Mode Adressering – het paneel bevindt zich in een speciale mode van elementadressen invoeren of wij-
zigen, zelfadressering of autoadressering. In deze modus controleert het paneel de status van de appara-
ten niet en blijft ontoegankelijk tot beëindiging van de adresseringsprocedure.
Fatale fout of storing – het paneel kan niet correct functioneren.
Ontruiming in het geval van ingestelde algemene vertraging Т1 voor alle uitgangen – deze icoon flikkert
samen met de icoon voor de status van de uitgang/uitgangen, voor welke een vertraging is ingesteld. In de
icoon voor de uitgangstatus wordt de tijd afgeteld die tot het activeren blijft. Dat wordt met een permanent
akoestisch signaal tot de activering van de uitgang begeleid.
Ontruiming in het geval van ingestelde vertraging Т2 voor de uitgang (signaalgevers, brand, brandweer)
- deze icoon flikkert samen met de icoon voor de status van de uitgang/uitgangen, voor welke een vertraging
is ingesteld. In de icoon voor de uitgangstatus wordt de tijd afgeteld die tot het activeren blijft. Dat wordt met
een permanent akoestisch signaal tot de activering van de uitgang begeleid.
5.2.2 Icoon signaalgever status
Icoon
Signaalgevers geactiveerd – uitgang start.
Er is een vertraging voor de activering van de signaalgevers ingesteld – een vertraging wordt
aangewend voordat de signaalgevers starten (dat wordt voor elke zone geprogrammeerd). De icoon flikkert
en er wordt de tijd aangegeven die tot de start blijft.
Signaalgevers zijn geactiveerd in een storingsmode.
Signaalgevers zijn niet geactiveerd – de uitgang is in rust
Analoog adresseerbare Brandmeldcentrale ATENA - Gebruikershandleiding Installatie en programmering
1
2
Fig. Display 44.
Beschrijving
Beschrijving
3
4
73