3.4.3 Groep van de zone
De zones in de adresseerbare ATENA kunnen zo ingericht worden dat zij in groepen werken. Het maximale aantal van
groepen die gezet worden kunnen, is 48. Standaard zijn de zones aan geen groep toegewezen – de waarde in het veld
is "0".
3.4.4 Toetsen voor het omschakelen van de zonemode
Elke zone heeft 3 werkmodes: NORMAAL, 2 ELEMENTEN en DUBBEL.
• In de mode NORMAAL genereert elke activering van een systeemsensor een alarmgebeurtenis aan de respectieve
zone.
• In de mode 2 ELEMENTEN genereert elke activering van een sensor een signaal VOORALARM voor de respectieve
zone, dan wordt er op de activering van een tweede sensor van dezelfde zone gewacht om een signaal BRAND te
worden gegenereerd.
Als binnen 4 minuten en 15 seconden geen tweede alarmsignaal van een andere detector in dezelfde zone optreedt,
wordt geen BRAND signaal gegenereerd.
• In de mode DUBBEL genereert elke activering van een sensor het signaal VOORALARM voor de respectieve zone,
waarbij er op de tweede activering van dezelfde detector gewacht wordt, om een BRAND signaal te worden gegene-
reerd. Als binnen 4 minuten en 15 seconden geen tweede alarmsignaal optreedt van dezelfde detector in de zone, wordt
er geen BRAND signaal gegenereerd
.
Opmerking: De handbrandmelders en de ingangsmodules met toegewezen activiteit worden bij BRAND signaal auto-
matisch op 0 gezet als zij met zones verbonden zijn die in de mode DUBBEL werken.
3.4.5 Signaalgever vertraging (Т2)*
Hier kan de tijd voor startvertraging van de signaalgevers in het interval 0-540 sec. worden gezet.
Als er meer dan een zone geactiveerd wordt, gelden de vertragingen van de zone waar de kortste vertraging inge-
voerd was.
3.4.6 Vertraging doormelding brandweer (Т2)*
Hier kan hier de tijd voor startvertraging van de doormelding brandweer in een interval van 0 – 540 sec. worden gezet.
Als er meer dan een zone geactiveerd wordt, gelden de vertragingen van de zone waar de kortste vertraging inge-
voerd was.
3.4.7 Algemeen brandalarm vertraging (Т2)*
Hier kan hier de tijd voor startvertraging van het algemene brandalarm in een interval van 0-540 sec. worden gezet
Als er meer dan een zone geactiveerd wordt, gelden de vertragingen van de zone waar de kortste vertraging inge-
voerd was.
3.4.8 Toetsen voor inschakelen / uitschakelen van een zone
Deze toets schakelt de zone in en uit.
Alle wijzigingen worden door "Opslaan" in de linkerbovenhoek van de display opgeslagen.
*Opmerking: Т2 zijn de tijden van de individueel ingevoerde vertragingen. ZIE AANHANGSEL D – Het werkalgoritme
"Twee stappen van alarmering" (Two steps of alarming)".
48
Analoog adresseerbare Brandmeldcentrale ATENA - Gebruikershandleiding Installatie en programmering