2.3.3 Module uitgangen en module 4 relais
De module Uitgangen (figuur11а) is het hoofdelement van de brandmeldcentrale, zie de beschrijving van de klemrij
verder. Module 4 relais is bij verstek op de I/U module met 4 programmeerbare relaisuitgangen geïnstalleerd.
!
LET OP: De module Uitgangen kan niet zelfstandig functioneren.
Uitgang
module
Module 4 relais
Fig. 11. Module Uitgangen met geïnstalleerde module 4 relais.
Beschrijving van de klemrij van module Uitgangen:
• +24V - Extra uitgang +24VDC, 20VA@0.3A;;
• GND - Totale massa;
• SND - Bewaakt uitgang voor het aansluiten van een signaalgever, 24 VDC / 0.3А;;
• FIRE R, FIRE P - Bewaakte uitgangen voor het aansluiten van externe apparaten
bij voorbeeld signaalgevers), 24 VDC / 0.3А. Zij worden in brandmode geactiveerd.
• FAULT R - Bewaakt uitgang voor het aansluiten van externe apparaten, 24 VDC / 0.3А, die bij een systeem
schade wordt gedeactiveerd
Let op: Het totale verbruik van uitgangen +24V, SND, FIRER, FIREP en FaultR mag niet 0.5A over-
schrijden!
Beschrijving van de klemrij van module 4 relais::
• REL1, REL2, REL3 en REL4 - Programmeerbare relais plugs, 24VDC@15A. Elk relais heeft een normaal ge-
opend (NO) en een normaal gesloten (NC) plug met een gezamenlijk uitgang. Bij het activeren van een relais (uitgang)
sluit zich het normaal geopend plug af en het normaal gesloten plug opent zich – zie figuur 11b.
Andere symbolen:
- Interfacekabel op het frontpaneel*;
- Connector voor het aansluiten van een luscontroller*;
- Veiligheidszekerheid 0.3А, type zelf herstelbaar (geplaatst op de achterkant van de module Uitgangen);
- Montage openingen;
- Jumper voor inschakelen /uitschakelen van test aardfout..
Voorbeeld: Om de test aardfout in te schakelen, de jumper op pos. 5 instellen..
* Opmerking: B en C bevinden zich op de interne kant van de plaat van de I/U module
14
a)
(I/U module; Module 4 relais)
Analoog adresseerbare Brandmeldcentrale ATENA - Gebruikershandleiding Installatie en programmering
b)