Een actief invoerveld voor een tekst tot 40 karakters inclusief de spaties die het werk van de uitgang beschrijft in ver-
band met zijn geprogrammeerde functionaliteit.
3.6.2
Mode
Gefixeerd (Latched) – wordt hersteld alleen na het zetten op 0.
Niet gefixeerd (Unlatched) – leest de toestand af.
3.6.3
Actieve status (polariteit)
GEÏNVERTEERD – de ingang is ON wanneer het resultaat van de logische functie FALSE is.
NORMAAL – de ingang is ON wanneer het resultaat van de logische functie TRUE is.
3.6.4 Menu Vertraging uitgang instellen
Hier kan een vertraging voor het activeren van de uitgang in het interval 0-600 sec. worden gezet.
3.6.5 Impulstype
CONSTANT – het uitgangssignaal is ononderbroken
IMPULSEN – het signaal van de uitgang is pulserend (3 sec. AAN/ 3 sec. AF)
1 IMPULS – het signaal van de ingang is een impuls wiens duur van 0 tot 250 sec. kan worden ingesteld.
Bij een activeringingang van het type "Activiteit" moet de impuls van het type "1 Impuls" worden gebruikt of
de activeringsingang moet in de mode "Gefixeerd" of de ingang in de mode "Gefixeerd" zijn!
3.6.6 Menu Uitgangtype kiezen
Kies de toets Uitgangtype, er verschijnt een display waar de volgende types ingesteld worden kunnen::
3.6.7 Submenu Parameters voor uitgangtype kiezen
Afhankelijk van het gekozen uitgangtype, is de toets "ANDERS" op de display actief. Door deze toets kunt u
verschillende parameters voor elk uitgangtype instellen. De informatie wordt op een extra display getoond.
Voor de afzonderlijke types kunnen de volgende parameters worden ingesteld:
• Randapparatuur – als de uitgang een randapparaat is. Door "ANDERS" kan het volgende worden ingesteld i:
- Adres van het randapparaat – een adres van 1 tot 10 kiezen.
- Uitgang van het randapparaat – de toets is actief of inactief afhankelijk van het apparaattype – een nummer
voor het randapparaat invoeren.
Lus – deze optie kiezen als de uitgang een luselement is. Door "ANDERS" kan het volgende worden ingesteld:
- Adres van het lus element – een adres van 1 tot 250 kiezen.
- Lusnummer – een nummer voor de lus kiezen.
- Kanaal – het opeenvolgende nummer van de uitgang kiezen.
- Duur van de impuls - het veld is actief wanneer de instelling "1 IMPULS" gezet is. Duur van 0 tot 250
seconden instellen.
Opmerking: adressen kunnen alleen worden ingevoerd voor luselementen die van het type uitgang zijn:
signaalgevers, ingang/uitgang modules! Als het apparaat niet van het type uitgang is, verschijnt de
melding: "Dit type element kan niet worden gebruikt als uitgang!"
Netwerk – Nummer van het paneel / de repeater en uitgangnummer, aan welk de uitgang wordt aangesloten. Met de
52
Analoog adresseerbare Brandmeldcentrale ATENA - Gebruikershandleiding Installatie en programmering