Het systeem toont automatisch het eerste adres. Met de toetsen in het veld "Adres" kunt u het adresnummer kiezen
dat u wijzigen wilt. Met de toetsen in het veld "Nieuw adres" wordt u een nieuw vrij adres in het systeem gevonden – de
toets "OPSLAAN" wordt op de display geactiveerd. Het nieuwe adres voor het element wordt met de toets "OPSLAAN"
opgeslagen. Als de adreswijziging succesvol is, toont de display de respectieve melding.
De installateur kan bekijken welk element op dit adres zich bevindt door drukken van de toets TURN ON – dit zal de
lichtindicatie van het element inschakelen. Het volgende drukken op de toets zal de leds uitschakelen.
De toets "Reset" herstelt de toestand van het element.
Ga naar de hoofddisplay voor adressering door op de toets "EXIT" te drukken.
3.3.3.3 Zelfadressering
In dit submenu start de installateur de zelfadressering van apparaten. De zelfadressering is geschikt voor de eerste
inbedrijfstelling van het systeem of voor het toevoegen van meer apparaten aan de actuele configuratie. De nieuwe
elementen moeten voorbereid zijn op het aansluiten op het systeem – de luslijn is ingeschakeld maar de elementen zijn
fysiek niet aan de lus aangesloten (detectors en signaalgevers zijn niet aan de basissen geïnstalleerd, de handbrand-
melder en de modules zijn niet aan de lus aangesloten).
Om de zelfadressering te starten, kies opeenvolgend - SYSTEEM - PROGRAMMEREN - APPARATEN - ADRESSE-
RING – ZELFADRESSERING. Het paneel toont het eerste vrije adres voor elke ATENA 41ECL020 lus. Verbindt de
apparaten een voor een in de volgorde, op adres.
Het paneel slaat het op de display getoond actueel adres van het element en gaat automatisch naar het volgende vrije
adres over.
In het menu voor zelfadressering is er informatie over het totale aantal elementen die aan elke lus zijn aangesloten.
Indien ongewild een adresnummer wordt toegewezen dat niet vrij is, zal het paneel dit nummer overspringen en auto-
matisch het eerste mogelijke vrije adres opslaan.
Tijdens de zelfadressering wacht het paneel op elk element te worden aan de configuratie aangesloten, slaat het actu-
eel getoonde adres op en gaat automatisch naar het volgende vrije adres over.
Elke keer als een element toegevoegd wordt, wordt de informatie over het totale aantal van apparaten in het systeem
geactualiseerd.
Ga naar de hoofddisplay voor adressering door op de toets "EXIT" te drukken.
3.3.3.4 Autoadressering
In dit submenu start de installateur de autoadressering van apparaten, er zijn twee werkwijzen: Autoadressering vol-
gens het ID nummer en Autoadressering volgens de isolator.
De tijd voor de procedure hangt van de systeemconfiguratie en van het totale aantal van elementen af die aan de lussen
zijn aangesloten. De toestand van het autoadresseringsproces wordt door een indicatieband aan de onderkant van de
display getoond
.
Figuur display 13.
Ten eerste moet de installateur het lusnummer invoeren, voor welk de autoadressering zal worden ingesteld. Kies het
46
Analoog adresseerbare Brandmeldcentrale ATENA - Gebruikershandleiding Installatie en programmering