3. PROGRAMMEREN
3.0 Grondbeginsels in het werk met de sensordisplay
Door de sensor display van de centrale ATENA kan er gemakkelijk tussen de programmering menu's gewisseld worden
en parameters in het systeem worden ingevoerd. . De toegang tot de menu's wordt door licht drukken op de respectieve
toets gekregen. Een touchpad pen kan ook worden gebruikt.
Afhankelijk van het gekozen menu en/of ingesteld toegangsniveau, zijn er op de display actieve en niet actieve toetsen.
Wanneer een actieve toets wordt gekozen, wijzigt de display – een lijst van aanvullende menu's of submenu's wordt
aangegeven of er moeten parameters worden ingevoerd
3.0.1 Terminologie en gronddefinities in de handleiding
• Symbolen:
- De getoonde knop kiezen
3.0.2 Eerste inbedrijfstelling
Bij inschakeling laadt de centrale de parameters voor ongeveer 30 seconden. Tijdens deze procedure is er geen toe-
gang tot de menu's van het paneel.
Na de eerste inschakeling is er in het memory van het paneel geen configuratie. De initialisatie kan tot meerdere mi-
nuten duren. Deze tijd is afhankelijk van het aantal van randapparatuur en luselementen, welke aan de configuratie
zijn aangesloten. Na de inbedrijfstelling gaat de centrale naar nieuwe randapparatuur en luselementen zoeken – z. ook
Aanhangsel D.
3.0.3 Naar een andere taal omschakele
De brandmeldcentrale ATENA ondersteunt verschillende talen van de programmering menu's. De Engelse
taal is de standaardtaal voor de menu's. De taal van de menu's is te wijzigen onmiddellijk nadat de initialisatie
voltooid is en het volgende wordt invoert:
Access 1 → 3333 → OK → System → Programming → Panel → Languages →
Druk op de toets "Apply" (Toepassen) om het Talen-menu te verlaten. Druk vervolgens op de toets
" MENU" om naar het hoofdmenu terug te gaan.
24
→ Choose a language → Apply
Analoog adresseerbare Brandmeldcentrale ATENA - Gebruikershandleiding Installatie en programmering
• Actieve toets – bij het indrukken van deze toets
kunnen
er
verschillende
uitgevoerd zoals het alarm stoppen, de centrale
resetten of toegang tot bestemde menu's krijgen om
parameters in te stellen.
• Inactieve toets – De toets reageert niet als erop
gedrukt wordt. De boxen met parameterdefinities zijn
ook niet actief. Zij geven alleen informatie over het
type van de parameter.
Opmerking:
toetsen
programmering menu en het toegangsniveau kan
er tussen de actieve en niet actieve toets gewisseld
worden.
• Iconen voor de mode en de toestand – Iconen
voor de toestand van de centrale en de mode
van programmering. De iconen zijn inactief. De
verschillende toestanden worden met verschillenden
kleuren van de iconen aangetoond. De toestanden
zijn in hoofdstuk 5.2 beschreven
- een touchpad pen gebruiken
handelingen
worden
afhankelijk
van
het